Jong & Oud H2 en herhalen gevangenendilemma

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vandaag

- uitleg over gevangenendilemma

- samen een opdracht maken

- start met uitleg H2

Wat was een dominante strategie ook al weer?

Is hier een gevangen-
dilemma?

1. ja, linksboven is beter
2. nee, er is geen betere uitkomst
3. ja, ze kunnen 7000 verdienen
4. nee, ze kunnen niet overleggen

Hoofdstuk 2 De Jeugd

Jongeren hebben vaak geld door zakgeld of baantje -->

Keuzes maken -->

Economisch handelen

1 Jongeren en geld

2 Sparen en lenen bij jongeren

3 Studeren en ruilen over de tijd

Welke van de onderstaande situaties is GEEN voorbeeld van ruilen over de tijd?

1. Je betaalt maandelijks de kosten af van je mobiele telefoon
2. Je koopt met je maandsalaris een nieuwe wasmachine.
3. Je sluit een hypotheek af voor een woning.
4. Je koopt een auto op afbetaling.

Je draagt elke maand van je salaris al geld af voor je pensioen voor later. Is dit ruilen over de tijd?

1. Ja
2. Nee

Maar inflatie zeker ook! 

dit bepaalt ook of je ervoor kiest dat je gaat sparen of lenen of gewoon nu gaat consumeren 

Wat is volgens jou inflatie?

De hoeveelheid leerlingen op school is een:

1. voorraadgrootheid
2. stroomgrootheid

Is je uiteindelijke schuld bij de bank een voorraadgrootheid of een stroomgrootheid?

1. Voorraadgrootheid
2. Stroomgrootheid

Evalueren.... 

een aantal quizvragen over de stof van net

Wanneer kost sparen geld?

1. Als de rente lager is dan de inflatie
2. Als de rente hoger is dan de inflatie
3. als er geen inflatie is
4. Als er een hoge inflatie is

Tijdens de levensloop heb je te maken met ruilen over de tijd. Wat is een voorbeeld van ruilen over de tijd?

1. het kopen van schaarse goederen
2. lenen voor de studie
3. beginnen van een bedrijfje
4. het krijgen van een uitkering

Wat is een ander woord voor prijsstijging?

1. Inflatie
2. Deflatie
3. Inflatie en deflatie
4. hogere prijzen

Er is een gevangenendilemma als je de situatie waarin je zit niet kunt verbeteren, zonder met elkaar te overleggen

1. Juist
2. Onjuist

Meneer Hamers ontvangt 0,1 % spaarrente. De inflatie bedraagt 2%.
Wat is juist?

1. sparen is een goed idee
2. sparen is geen goed idee

Door inflatie stijgt de koopkracht van geld

1. Juist
2. Onjuist

Wat is de dominante strategie van Bedrijf 2? De tweede getallen zijn voor bedrijf 2!

1. wel verlagen van de prijzen
2. niet verlagen van de prijzen