Thema 4.4 schrijven les 1 en 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4.4 schrijven en formuleren

Je hebt voor je:

Bladzijde 30 in je werkboek

Je hebt een pen of potlood op tafel.

Leerdoelen

• Hoe je een informatieve tekst schrijft

•  Hoe je een inleiding schrijft
• Hoe je moet formuleren
  

Een informatieve tekst

• Je noemt vooral feiten
• Je schrijft een inleiding, kern en slot
• Zet een witregel tussen iedere alinea
• Zet een titel boven de tekst
  

Verwerken

Je maakt opdracht 1 t/m 3

Dit doe je stil en zelfstandig

Je krijgt hier 10 minuten voor.

Ben je eerder klaar......

dan werk je aan hoofdstuk 4.1

Inleiding

Lees mee op bladzijde 32

Hierin schrijf je:

• waar de tekst over gaat.
• je trekt de aandacht van de lezer.

Aandacht trekken

• Stel een vraag die je in de tekst beantwoord

•  Vertel een kort, persoonlijk verhaaltje dat met het  onderwerp te maken heeft.
  

Aan het werk

Je maakt opdracht 4 en 5 op bladzijde 32-33

Dit is ook je huiswerk voor morgen.

Ben je eerder klaar: laat je inleiding controleren en werk daarna verder aan hoofdstuk 4.1

Les 2 Hoofdstuk 4.4

Formuleertips

Lees mee op bladzijde 33

Verwerken

Je maakt de opdrachten 6 t/m 10

Kies één van de onderwerpen uit je boek.

              Vandaag schrijven we de kladversie, morgen gaan we hem in het net maken op de laptop. 

Zoek eerst voldoende informatie voordat 

je aan het schrijven begint! 

Minstens 2 verschillende bronnen gebruiken!