Lezen h456

Welkom 2C
10 minuten lezen
Informatie herhalen vorige lessen
Lesson-Up
Leren

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2C
10 minuten lezen
Informatie herhalen vorige lessen
Lesson-Up
Leren

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 4
Leerdoel 
Ik kan feiten, meningen, argumenten herkennen en begrijpen.

Slide 2 - Diapositive

De scheidsrechters waren erg partijdig.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 3 - Quiz

Omdat ik heimwee heb, ga ik niet mee op buitenlandreis.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 4 - Quiz

Vrijdag gaat de hockeytraining niet door.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quiz

Het boek 'Leven van een Loser' past niet meer bij mijn leesniveau.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quiz

Het weer is altijd lekker in Spanje in de zomer, daarom ga ik daar op vakantie.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

'Schoonheid is naar mijn idee een interessant onderwerp', zegt onderzoeker Nathalie Hoogland
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quiz

Uitleg Lezen H5 Kritisch Lezen
JE LEERT TEKSTEN BEOORDELEN OP
deskundigheid, doel en bron.

Boek blz. 116

Slide 9 - Diapositive

De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 10 - Quiz

Waarom is dit onbetrouwbaar?

De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!
A
De tv als medium is geen betrouwbare bron
B
Wat Gordon zegt is helemaal niet waar
C
Gordon is een zanger

Slide 11 - Quiz

ONBETROUWBAAR!
De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!

Gord is een zanger en geen econoom. Hij is dus niet deskundig op dit gebied. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Waarom moet je kritisch zijn bij deze tekst?
A
De schrijver is niet deskundig.
B
De schrijver heeft een bepaald doel.
C
De tekst is gepubliceerd op social media.
D
De tekst is verouderd.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Waarom is vorig bericht onbetrouwbaar?
A
Mark Rutte heeft een bepaald doel bij deze uitspraak.
B
De tekst is verouderd.
C
RTLnieuws is op RTL4 en dat is een commerciële zender.
D
Wat de auteur zegt klopt helemaal niet.

Slide 16 - Quiz

Laatste quizvraag!

Slide 17 - Diapositive

Waarom moet je zeer kritisch zijn over de uitspraken van Rooijakkers?
A
Rooijakkers heeft een bepaald belang bij deze uitspraken.
B
Rooijakkers is niet deskundig.
C
Wat Rooijakkers zegt klopt helemaal niet.
D
De tekst is gepubliceerd bij RTL Boulevard.

Slide 18 - Quiz

Hoofdstuk 5
Leerdoel
Ik kan kritisch lezen om te beoordelen of een tekst betrouwbaar is.

Slide 19 - Diapositive

Ga naar A: https://www.isala.nl/nieuws/gouden-regels-voor-verstandig-in-de-zon/
Ga naar B: https://www.rtlnieuws.nl/lifestyle/gezondheid/artikel/5161793/zo-kun-je-veilig-van-de-zon-genieten-gezondheidsplein
Welke tekst is volgens jou het meest betrouwbaar?

Slide 20 - Question ouverte

Waar heb je net op gelet? Of waar let je in het algemeen op bij kritisch lezen?

Slide 21 - Question ouverte

Hoofdstuk 6
Leerdoel
Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij is bedoeld.

Slide 22 - Diapositive

Voor welk publiek? Waar let je op? (4p)

Slide 23 - Diapositive

Voor welk publiek?
A
Jongeren
B
Volwassen
C
Ouderen

Slide 24 - Quiz

Voor welk publiek?
A
Jongeren
B
Volwasenen
C
Ouderen

Slide 25 - Quiz

Kritisch lezen: (on)betrouwbaar?
Welke tekst is betrouwbaarder? En waarom?
https://www.lindaschrijfthetop.nl/8-tips-slim-leren-met-dyslexie/
https://wij-leren.nl/dyslexie-kenmerken.php
timer
3:00

Slide 26 - Diapositive

Welke tekst is betrouwbaarder?
En waarom?
A
Tekst 1 Linda
B
Tekst 2 Wij-leren

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Nieuw leerdoel
Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij is bedoeld (h6).

Slide 29 - Diapositive

Hoe weet je voor welk publiek een tekst is bedoeld?

Kijk naar:
1. Het onderwerp
2. Het taalgebruik
3. De bron
4. De lay-out


Slide 30 - Diapositive

Wat valt je op?
timer
2:00

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive