Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.3
Sta je sterk als consument
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Na deze les :
weet je wat een consumentenorganisatie is
weet je wat een vergelijkend warenonderzoek is
Slide 2 - Diapositive
Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties Organisatie die opkomt voor de belangen van de consument. Zij geven neutraal advies en willen geen winst!
Slide 3 - Diapositive
Vergelijkend warenonderzoek
Vergelijkend warenonderzoek
Een test van een aantal soortgelijke producten.
De producten worden vergeleken op bijvoorbeeld gebruiksgemak, kwaliteit, energieverbruik, veiligheid en prijs.
Slide 4 - Diapositive
Vergelijkend warenonderzoek
Slide 5 - Diapositive
Aan de slag
Lees de theorie op blz 16 goed door
Maak uit je boek de vragen 29, 30, 31, 32, 33 en 35
Bij vraag 32 heb je de berekening uit 1.2 nodig Totaal bedrag : aantal = prijs per stuk
Slide 6 - Diapositive
Lesdoel
wat is een deugdelijke product en wat is garantie?
Slide 7 - Diapositive
Verschil garantie deugdelijk product
Deugdelijk product
Garantie
bij normaal gebruik
een redelijke tijd moet functioneren
repareren, omruilen of geld terug
repareren, omruilen of geld terug
binnen een bepaalde termijn
elektronische apparatuur 2 jaar
garantievoorwaarden op papier
Slide 8 - Diapositive
Aan de slag
Lees de theorie op blz 18 goed door
Maak uit je boek de vragen 36, 37, 38, 40
En maak ook vragen 29, 30, 31, 32, 33 en 35 af
Klaar ? maak de Lesson Up vragen uit deze les
Slide 9 - Diapositive
Oefenen
Maak de vragen in de lesson up
pak je boek erbij voor de theorie
Slide 10 - Diapositive
Consumentenorganisaties
A
geven je uitleg over je rechten
B
proberen veel producten te verkopen
C
zijn er voor bedrijven als AH en Jumbo
D
testen geen producten
Slide 11 - Quiz
We hebben het gehad over consumentenorganisaties. Wat doen deze organisaties?
A
Die komen op voor de producent.
B
Die komen op voor de fabrikanten.
C
Die komen op voor de belangen van de overheid.
D
Die komen op voor de belangen van de consument.
Slide 12 - Quiz
Welke hoort NIET tot de consumentenorganisaties?
A
ANWB
B
Vereniging Eigen Huis
C
IKEA
D
Consumentenbond
Slide 13 - Quiz
EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK IS EEN ONDERZOEK NAAR:
A
VERSCHILLENDE PRODUCTEN
B
DEZELFDE SOORT PRODUCTEN
Slide 14 - Quiz
Je hebt 3 maanden een nieuwe telefoon. Maar sinds deze week laadt hij niet goed meer op. Je kan hier niks aan doen. Heb je garantie?
A
Ja, want je hebt hem net
B
Ja, want hij is stuk en het komt doordat het product niet deugdelijk is.
C
Nee, het is gewoon slijtage
D
Nee, je hebt geen garantie op een telefoon
Slide 15 - Quiz
De NVWA controleert of iedereen zich aan de .............. houdt. Welk begrip mist?
A
warenwet
B
garantie
C
(vergelijkend) warenonderzoek
Slide 16 - Quiz
Jij hebt een nieuwe telefoon gekocht. Je bent er zo blij mee, dat je zelfs op de wc aan het appen bent. Nu gebeurt het ergste wat je kan overkomen... Hij valt in de wc. Heb je nog garantie?
A
Ja, want ik heb hem net
B
Ja, want het was een ongeluk
C
Nee, het was mijn fout
D
Nee, je hebt geen garantie op een telefoon.
Slide 17 - Quiz
In welke geval heb je recht op garantie?
A
het krop sla van de supermarkt is na een week bruin geworden
B
je nieuwe Playstation wil niet meer aan
C
je wil je PS2 laten repareren
D
je fiets heeft een lekke band
Slide 18 - Quiz
Jij koopt in de winkel bedorven voedsel. Met welke regel is dat in strijd?