BS 2 Bestuiving

Basisstof 2 - bestuiving
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 2 - bestuiving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit ga je leren
  • Je kunt uitleggen wat bestuiving is
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen zelfbestuiving en kruisbestuiving
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen insectenbloemen en windbloemen


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3
10
4
8
Meeldraad
Kroonbladeren
Stamper
Kelkbladeren

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat groeit er uit het vruchtbeginsel?
A
zaden
B
vrucht
C
plantje

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de functie van meeldraden?
A
Ze hebben een mooie kleur
B
Ze maken stuifmeel aan
C
Ze lokken insecten

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 2 - bestuiving

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Bestuiving:
  •  Het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.
  • Het is alleen bestuiving als het 
      stuifmeel op de stempel van 
      een  stamper terecht komt van 
     dezelfde soort plant.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen bestuiving als:
  • stuifmeel op een andere bloemsoort terecht komt;
  • stuifmeel op de meeldraad terechtkomt i.p.v. op de stamper

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruisbestuiving en zelfbestuiving

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruisbestuiving en zelfbestuiving
Kruisbestuiving: 
stuifmeel komt terecht op stempels van bloemen van een andere plant (van dezelfde soort).
Zelfbestuiving: 
stuifmeel komt terecht op stempels van bloemen van dezelfde plant. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke pijl
is er sprake
van bestuiving?
A
pijl a
B
pijl b en c
C
pijl a, b, c
D
geen van de pijlen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Insectenbloem
Windbloem

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke planten maken meer stuifmeel denk je: windbloemen of insectenbloemen? Leg uit waarom je dat denkt.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Insectenbloemen en windbloemen
Verschillen in:
  • grootte van de bloem
  • kroonbladeren
  • geur
  • nectar
  • stuifmeelkorrels
  • helmknoppen en stempels

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door insecten

  • Meestal grote gekleurde kroonbladeren 
  • Insecten worden aangetrokken door lekkere geuren of nectar
  • stuifmeelkorrels blijven kleven aan insect

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door wind

  • Bloemen meestal klein en groen
  • Helmknoppen en stamper hangen buiten de bloem
  • Geen lekkere geuren of nectar
  • Veel en hele lichte stuifmeelkorrels

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Kijk deze video van 02:07-3:05  en 5:10- 8;30 
Vragen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insectenbloem
Windbloem
geen opvallende 
kroonbladeren
nectar
meeldraden
in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel
kleverig

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen bestuiving
Kruisbestuiving
Zelfbestuiving
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit waren de leerdoelen deze les 
  • Je kunt uitleggen wat bestuiving is
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen zelfbestuiving en kruisbestuiving
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen insectenbloemen en windbloemen


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In hoeverre heb je deze leerdoelen behaald
Ik heb nog geen een van de leerdoelen behaald
Ik heb nog één van de leerdoelen behaald
Ik heb nog geen een van de leerdoelen behaald
Ik heb alle leerdoelen behaald

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
  • Bestudeer paragraaf 6.2
  • Paragraaf 6.2; maak opdracht 1 t/m 6 en 8


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is bestuiving?
Het overbengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van dezelfde soort.
Wat is een insectenbloem?
Een insectenbloem heeft insecten nodig voor bestuiving.

Kenmerken:
- Grote, opvallende, gekleurde en geurende kroonbladeren
- Nectar
- Plakkerige stuifmeelkorrels
- Meeldraden en stamper in de bloem
Wat is een windbloem?
Een windbloem gebruikt de wind voor bestuiving.

Kenmerken:
- Vaak kleine en onopvallende bloemen
- Lichte stuifmeelkorrels
- Maken veel stuifmeelkorrels
- Meeldraden en stamper hangen buiten de bloem

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vaak is
de appel minimaal bevrucht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen:
De leerlingen kunnen aan het einde van de les het proces van bevruchting bij planten uitleggen. 
De leerlingen kunnen aan het einde van de les voorbeelden van verschillende vruchten geven. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tweeslachtige bloem heeft..
A
zowel meeldraden als een stamper
B
alleen meeldraden
C
alleen een stamper
D
alleen vrouwelijke delen.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verspreiden bijen bij het helpen met de bestuiving?
A
Vruchtbeginsel
B
De stamper
C
Stuifmeelkorrels
D
Eicellen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Windbloemen hebben vaak...
A
korte helmdraden
B
korte helmdraden en veervormige stempels
C
lange helmdraden en veervormige stempels
D
ze hebben geen helmdraden.

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vormt de kiem?
A
De eicel alleen die zich gedeeld heeft
B
De zaadcel alleen die zich gedeeld heeft
C
De bevruchte eicel die zich een aantal keer gedeeld heeft.
D
De bevruchte helmknop die gedeeld is.

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vrucht is..
A
een bevruchte eicel
B
een rijp vruchtbeginsel
C
het zaad
D
een stuifmeelbuis

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
De leerlingen kunnen aan het einde van de les het proces van bevruchting bij planten uitleggen.
De leerlingen kunnen aan het einde van de les voorbeelden van verschillende vruchten geven. 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions