Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Verkiezingen
Slide 1 - Diapositive
Vanuit welke stad wordt Nederland bestuurd?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Den Haag
D
Utrecht
Slide 2 - Quiz
Den Haag
Nederland wordt bestuurd vanuit Den Haag.
Daar vergaderen de Tweede en de Eerste kamer.
De Tweede en de Eerste kamer vormen samen ons parlement.
Slide 3 - Diapositive
Hoeveel leden zitten er in de Tweede kamer?
A
200
B
100
C
50
D
150
Slide 4 - Quiz
De Tweede Kamer
Neemt namens de bevolking beslissingen over voorstellen van de regering.
Burgers kiezen tijdens de verkiezingen 150 leden van de Tweede Kamer.
Slide 5 - Diapositive
Verkiezingen.
Elke vier jaar zijn er Tweede Kamer verkiezingen. De politieke partijen die samen meer dan 75 zetels in de Tweede Kamer hebben leveren de minister - president, de ministers en staatssecretarissen.
Coalitie.
Slide 6 - Diapositive
Na de verkiezingen
Als de uitslag bekend is komt er een informateur.
Die gaat kijken welke partijen er eventueel kunnen samenwerken.
Daarna komt er een formateur, die moet samen met de partijen een regeerakkoord sluiten.
Regeerakkoord = grote deal.
Slide 7 - Diapositive
Het kabinet.
De minister president, de ministers en staatssecretarissen vormen samen het kabinet.
Elke minister houdt zich bezig met een bepaald gebied.
Bijvoorbeeld: Minister Hugo de Jonge is minister van volksgezondheid, welzijn en sport.
Slide 8 - Diapositive
Taken
De taak van de Tweede Kamer is te vergaderen over de voorstellen van het kabinet.
Als de Tweede Kamer voor een voorstel is, dan kijkt de Eerste Kamer of de Tweede Kamer iets vergeten is of een fout heeft gemaakt.
Slide 9 - Diapositive
Eerste Kamer
De 75 leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de provincies.
Deze leden hebben veel ervaring in de politiek.
Slide 10 - Diapositive
Naast het vergaderen over voorstellen van het kabinet is er nog een belangrijke taak van de Tweede Kamer, welke?
A
Controleren of de ministers hun werk goed doen
B
Controleren of de Eerste Kamer het werk goed doet.
C
Vergaderen met de koning.
D
De stoep van het Binnenhof vegen.
Slide 11 - Quiz
Wie zitten er in het kabinet?
A
De ministers en de koning.
B
De minister - president, de ministers en de staatssecretarissen.
C
De minister - president en het parlement.
D
De Tweede en Eerste Kamer.
Slide 12 - Quiz
De regering.
De regering is de koning en de ministers.
De koning wordt niet gekozen en heeft geen macht.
Slide 13 - Diapositive
En nu?
Voor we verder gaan, doen jullie eerst zelf een test om te kijken welke politieke partijen bij jullie passen. Dit doe je via