12-11-2024

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

12-11-2024

twaalf november tweeduizendvierentwintig

dinsdag

rooster

inloop
1e	rekenen
2e	Nederlands - opstart met doelen, Lezen: Nieuwsbegrip Nederlands - toets Spreken: 1. Simity 2. Gulistan
3e	Burgerschap
4e	Nederlands - Lezen: Nieuwsbegrip afmaken Nederlands - toets Spreken: 1. Aziz 2. Eyad
5e	Nederlands & ZW: begrippen en gedrag in de keuken - afronden van de dag in het lokaal
6e	Sport

doelen van de week

2	Ik kan vertellen over mijn familie
2	Ik kan een beschrijving geven van een persoon
2	Ik kan het nieuws over sport begrijpen
2	Ik ken en kan de cijfers in het Nederlands
2	Ik kan spellen in het Nederlands
2	Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands
2	Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
2	Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
2	Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
2	Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Lezen: Nieuwsbegrip

doel: 

- Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen

- Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen

- Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

opdracht

1. Kijk naar de tekst die je gekregen hebt. Wat zie je?

2. Weet je al iets over wat je ziet? Wat weet je dan?

een sleutelvraag

een vraag die je kan stellen om de hoofdzaak van een alinea te weten

opdracht

in duo's

- maak opdracht 1

woordenlijst

we nemen samen de woordenlijst van deze tekst door

opdracht

- samen antwoorden controleren

opdracht

in duo's

- maak opdracht 2

helemaal

1. heel maken
2. totaal
3. iedereen
4. een dag

gevaarlijk

1. er kan iets ergs gebeuren
2. er is risico
3. vuur
4. met de boot

opgeknapt

1. het is beter geworden
2. het is ontploft
3. het is stukgegaan
4. het is geknapt

vervangen

1. een dier vangen
2. de plaats in laten nemen van
3. van ver vangen
4. herplaatsten

terugplaatsen

1. plein in de stad om terug te komen
2. terug zetten
3. plek om terug te komen
4. opnieuw plaatsen op dezelfde plek

Wat zie je hier?

1. stadhuis
2. station
3. kantoorgebouw
4. kerktoren

heilige

1. persoon die zich aan de regels van een geloof houdt
2. persoon die je beter kan maken
3. persoon die belangrijk is geweest voor een geloof en daarom nu geëerd wordt
4. persoon die gestolen spullen verkoopt

nagekeken

1. gecheckt
2. gekookt
3. gecontroleerd
4. gebakken

zo'n

1. zon
2. zo een
3. heel (veel)
4. gebied

Wat zie je?

1. oppoetsen
2. restaureren
3. vervangen
4. de trap beklimmen

Wat zie je?

1. De Minaret van Mogadishu
2. De Domtoren
3. Machu Picchu
4. De Pyramide van Cheops

reflecteren op doelen

wat heb je geleerd van Nieuwsbegrip?

Nederlands / Zorg & Welzijn

voorbereiden op de les van morgen

doel: 

- hoe hoort het in de keuken?

- hoe heet alles in de keuken?

kijk naar de powerpoint

welke onderdelen zijn er in de zorg?

afronden en opruimen

nu naar sport