5.4 Warmtetransport

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Jip warmt soep op. Ze heeft de soeplepel in de pan tijdens het opwarmen. Wanneer ze de soep wil roeren is de lepel heet. Komt dit door warmtegeleiding?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Wanneer Jip in de soeppan kijkt, voelt ze de warmte omhoog komen. Komt dit door warmtegeleiding?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Op een warme zomerdag zit Jip in de tuin te barbequen. Boven de barbeque zie je de warme lucht omhoog stijgen. Is dit warmtestroming?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Wanneer Jip naast de barbeque zit voelt ze de warmte. Ze moet niet te dicht bij de barbeque gaan zitten, dat is te heet. Komt dit ook door warmtestroming?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke soort warmtetransport is hier weergegeven?
A
warmtegeleiding
B
warmtestroming
C
warmtestraling
D
geen van drie

Slide 18 - Quiz

Welke soort warmtetransport is hier weergegeven?
A
warmtegeleiding
B
warmtestroming
C
warmtestraling
D
geen van drie

Slide 19 - Quiz

Welke soort warmtetransport is hier weergegeven?
A
warmtegeleiding
B
warmtestroming
C
warmtestraling
D
geen van drie

Slide 20 - Quiz

Welke soort warmtetransport is hier weergegeven?
A
warmtegeleiding
B
warmtestroming
C
warmtestraling
D
geen van drie

Slide 21 - Quiz

Deze "draaimolen" gaat draaien door de brandende kaarsen draaien. Waardoor komt dit?
A
warmtegeleiding
B
warmtestroming
C
warmtestraling
D
geen van drie

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Vragen?

Slide 26 - Diapositive

Vind je dit makkelijk (0) of moeilijk (100)?
0100

Slide 27 - Sondage