Lezen H4 - tekstverbanden

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Pak je laptop!

Slide 2 - Diapositive

Zo maak je een game
Er is een idee voor een game. De tekenaars maken figuren die bij het spel passen. Je ziet een klein beetje hoe de game eruit gaat zien. Er wordt een kartonnen bordspel van de game gemaakt. De programmeurs en de geluidstechnici gaan aan de slag. De testers komen aan de beurt. Zij spelen alle levels wel honderd keer om zelfs de kleinste foutjes te ontdekken.

Slide 3 - Diapositive

Vond je deze tekst fijn om te lezen? Waarom wel of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Zo maak je een game
Het begint met een idee voor een game. Eerst maken de tekenaars figuren die bij het spel passen. Zo zie je een klein beetje hoe de game eruit gaat zien. Daarna wordt er een kartonnen bordspel van de game gemaakt. Vervolgens gaan de programmeurs en de geluidstechnici aan de slag. Als laatste komen de testers aan de beurt. Zij spelen alle levels wel honderd keer om zelfs de kleinste foutjes te ontdekken.


Slide 5 - Diapositive

Deze les
                                                         Doel
Je kunt een chronologisch, opsommend, tegenstellend en toelichtend verband herkennen.

                                                    Planning
Uitleg  + Controle
Zelfstandig werken
Afsluiting: terugvragen doel + opgeven huiswerk en toets

Slide 6 - Diapositive

Uitleg
  1. Chronologisch verband: volgorde van tijd (horizontaal).
  2. Opsommend verband: dingen opnoemen (verticaal).
  3. Tegenstellend verband: dingen die tegenover elkaar staan (botsing).
  4. Toelichtend verband: extra informatie (voorbeelden).

Slide 7 - Diapositive

Er zijn veel dingen die ik leuk vind om na schooltijd te doen. Om te beginnen ben ik gek op lezen, dat doe ik iedere dag. Daarnaast ga ik iedere week meerdere keren te hardlopen. Ten slotte ben ik twee keer per week in de sporthal om te badmintonnen.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband

Slide 8 - Quiz

Als mensen aan 'campingsporten' denken, komen ze al gauw op sporten zoals frisbeeën, jeu de boules of badmintonnen.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband

Slide 9 - Quiz

Hoe maak je zandkoekjes? Eerst doe je alle ingrediënten in een kom. Daarna kneed je ze tot een samenhangend deeg. Vervolgens maak je er koekjes van, die je ten slotte afbakt in de oven.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband

Slide 10 - Quiz

Er zijn heel veel dingen die ik leuk vind, maar ik heb niet overal tijd voor. Als ik op maandag wil hardlopen, staat daar tegenover dat ik mijn badmintontraining moet overslaan. Hoewel ik dus heel veel wil, kan ik niet alles doen wat ik graag zou willen.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband

Slide 11 - Quiz

Zelfstandig werken
1. Ga naar Nieuw Nederlands Online.
2. Maak H4 --> Lezen --> opdr. 1 en 2

Huiswerk: dit afmaken + leren begrippen lezen (blz. 72 en 102).

Afspraken
1. Overleggen? Zachtjes!

2. Je blijft op je plek.

3. Je bent bezig met de opdracht.

timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Terugvragen lesdoelen

Slide 13 - Diapositive

Toets lezen H3 en H4
Leren: theorie blz. 72 en 102
Morgen: test in de les (niet voor cijfer)

Toets: woensdag 14 februari 3e uur

Slide 14 - Diapositive