H3 - lezen - opdr 1

verbanden
1 / 20
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

verbanden

Slide 1 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

signaalwoorden

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst 2
Lezen (bl5 65/66)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het schuingedrukte (cursieve) deel boven de tekst is de inleiding. Deze inleiding geeft
A
de achtergrond van het onderwerp
B
een korte samenvatting vooraf
C
een persoonlijke mening van de schrijver
D
een uitleg over de opbouw van de tekst

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het een signaalwoord voor opsomming of voor een ander tekstverband?
opsomming
ander verband
de een
de ander
terwijl
niet alleen
ook
daarnaast

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een tussenkopje dat past bij de inhoud van alinea 1 tot en met 4.

Slide 7 - Question ouverte

voorbeeld: smaakpapillen
'De een kan enorm genieten van een stukje blauwschimmelkaas, terwijl de ander ervan gruwelt. Niet iedereen houdt van hetzelfde eten. Hoe komt dit eigenlijk? Niet alleen onze tong speelt een grote rol bij het proeven, ook onze hersenen zijn belangrijk bij het proeven. Daarnaast bepaalt ons idee over voedsel onze smaak.'

In welke alinea's wordt deze vraag beantwoord? Geef het antwoord op de volgende slide.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


‘Hoe komt dit eigenlijk?’ (inleiding)
In welke alinea(’s) wordt deze vraag beantwoord?
A
inleiding
B
alinea 1 t/m 4
C
alinea 5
D
alinea 6 en 7

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
instrueren

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Leg uit dat de uitspraak ‘Je proeft eigenlijk met je hersenen’ juist is. Maak voor je uitleg gebruik van de informatie in alinea 1, 2 en 5.

Slide 11 - Question ouverte

De smaaksensoren in je mond zijn zenuwuiteinden die in verbinding staan met je hersenen en dus de smaak doorgeven aan de hersenen.
Welk signaalwoord voor een opsomming herken je in alinea 2?
A
eigenlijk
B
ook
C
tevens

Slide 12 - Quiz

In dit geval is 'ook' geen signaalwoord:
Papillen zijn eigenlijk een verzameling van kleine smaakorganen, ook wel ‘sensorische organen’ genoemd.
Waarom denk je dat voedingsproducenten gebruikmaken van smaakversterkers?

Slide 13 - Question ouverte

Door ve-tsin wordt de eetlust voor bepaalde voedingsproducten versterkt. Het kan de consument stimuleren bepaalde producten te gebruiken, waardoor de producent meer van het product verkoopt.
Welk signaalwoord voor een toelichting staat er in alinea 4?
A
zo
B
maar
C
omdat
D
als ... dan

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee signaalwoorden voor een tegenstelling staan er in alinea 6?
Noteer het zo: eerste signaalwoord, tweede signaalwoord

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verband tussen alinea 6 en 7?
A
Alinea 6 en 7 vormen samen een opsomming
B
Alinea 6 en 7 vormen samen een tegenstelling
C
Alinea 7 is een antwoord op een vraag in alinea 6
D
Alinea 7 is een voorbeeld bij een begrip in alinea 6

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er in alinea 7 opgesomd?

Slide 17 - Question ouverte

n alinea 7 staat een opsomming van factoren die een rol spelen bij het ontwikkelen van een smaakvoorkeur.
‘Smakelijk eten’ (titel) Welke zin uit de tekst past het best bij deze titel?
A
Papillen zijn eigenlijk een verzameling van kleine smaakorganen, ook wel 'sensorische organen' genoemd.
B
Je merkt ook wel dat het eten net iets minder smaakt als je verkouden bent.
C
Hoewel iedereen met dezelfde smaakvoorkeur begint, ontwikkelt iedereen toch een eigen smaakvoorkeur.
D
Welke smaken je lekker vindt, wordt behalve door gewenning ook beïnvloed door geur, geluid en gedachten en meningen over producten.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heb je opdracht 1 gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond je ervan om op deze manier een opdracht te bespreken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions