Shock

Shock
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Shock

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
Hypovolemische shock
Distributieve shock
Cardiogene shock
Obstructieve shock

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Opfrissen kennis over shock

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je (nog) van shock?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

  • tachypnoe > 20/min
  • tachycardie > 90/min
  • koude acra (soms warme acra)
  • afnemende diurese
  • verlaagde bloeddruk
  • verlaagde EMV-score
  • oftewel zijn er tekenen van orgaandysfunctie?
Symptomen kunnen zijn:

Slide 6 - Diapositive

Hypovolemische shock komt door?
A
in of uitwendige bloeding
B
Een hartinfarct
C
Een zware infectie
D
Een klaplong

Slide 7 - Quiz

Hypovolemische shock
- Door in of uitwendige bloeding
     - Door brandwonden (grote blaren)

Slide 8 - Diapositive

Wat gebeurt er bij een hypovolemische shock?

Bloed in lichaam

Zuurstof in lichaam 

Slide 9 - Diapositive

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 10 - Diapositive

Distributieve shock komt door?
A
Grote bloeding
B
Long embolie
C
Allergische reactie
D
Bacteriële infectie

Slide 11 - Quiz

Wat gebeurt er bij een distributieve shock?

Bloedvatten zetten uit
Bloeddruk
 Zuurstof in lichaam 

Slide 12 - Diapositive

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 13 - Diapositive

Cardiogene shock komt door?
A
Long embolie
B
Grote bloeding
C
Allergische reactie
D
Hartinfarct

Slide 14 - Quiz

Cardiogene shock
- Hartinfarct (vooral linkerkant)
- Ernstig hartritme stoornis

Slide 15 - Diapositive

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 16 - Diapositive

Obstructieve shock komt door?
A
Spanningspneumo-thorax
B
Tamponade
C
Long embolie
D
Tapenade

Slide 17 - Quiz

Obstructieve shock
- Longembolie
- Spanningspneumathorax
- Tamponade

Slide 18 - Diapositive

Obstructieve shock

Slide 19 - Diapositive

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Vragen?!

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

In geval van een shock is de huid
A
Rood
B
Klam
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 24 - Quiz

In geval van shock is de huid
A
Bleek
B
Warm
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 25 - Quiz

Gegeven: Het lichaam beschikt over verschillende compensatiemechanismen om de shock tegen te werken. Zo maakt het lichaam in geval van shock adrenaline en nor-adrenaline aan.

Stelling: Deze stoffen zorgen ervoor dat de bloedvaten in de huid, de spieren en het maag-darmkanaal vernauwen
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 26 - Quiz

Als iemand in shock is, is de bloeddruk vaak te laag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Theorie: het slagvolume is het volume aan bloed dat per hartslag in de circulatie wordt rondgepompt.

Stelling: Het slagvolume is afhankelijk van........
A
De preload
B
De afterload
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 28 - Quiz

Gegeven: Door afgenomen doorbloeding van de lever en de nieren zal de werking van deze organen verminderen

Stelling: Dit kan leiden tot.......
A
Ophoping van giftige en zure afvalstoffen in het bloed
B
Toename van de urineproductie
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 29 - Quiz

Gegeven: Door een verminderde bloeddoorstroming van de weefsels en organen is er een hogere concentratie kooldioxide in het bloed.

Stelling: Zorgvragers in shock zullen hierdoor ......... ademhalen.
A
Langzamer
B
Sneller

Slide 30 - Quiz

Gegeven: Bij shock wordt onvoldoende bloed in het lichaam rondgepompt. In de beginfase zal het lichaam dit proberen tegen te werken.

Stelling: Dit doet het lichaam door...........
A
Vaatverwijding in de huis en de organen
B
Het hart langzamer te laten kloppen
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 31 - Quiz

Gegeven: Shock kan worden onderverdeeld in verschillende vormen. Bij distributieve shock is er geen werkelijk tekort aan bloed, maar een relatief tekort.
Welke van de onderstaande vormen van shock behoort tot de distributieve shock?
A
Septische shock
B
Neurogene shock
C
Anafylactische shock
D
Alle bovenstaande

Slide 32 - Quiz

Door een verminderde bloeddoorstroming van de weefsels en organen is er een ...... concentratie koolstofdioxide in het bloed.
A
Lagere
B
Hogere

Slide 33 - Quiz