Examentraining Weer&Klimaat

Examentraining Weer&Klimaat
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Examentraining Weer&Klimaat

Slide 1 - Diapositive

Quiz
Even herhalen.. 

Slide 2 - Diapositive

‘De zee heeft een matigende werking op de gemiddelde temperatuurverschillen, omdat zeewater langzaam opwarmt en ook langzaam afkoelt.’

Juist of onjuist?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

 deze klimaatgrafiek ontbreken de juiste eenheden op de beide y-assen.

 

→ Sleep de eenheden naar de juiste plek in de grafiek.
mm
ºC

Slide 4 - Question de remorquage

→ Sleep de maanden naar de juiste kaart.
Juli
Januari

Slide 5 - Question de remorquage

Bekijk de afbeelding.

→ Welke eenheid hoort bij deze kaart?

A
°C
B
hPa
C
mm
D
m

Slide 6 - Quiz

‘In Nederland waait een westelijke wind en de windkracht is in Nederland kleiner dan in Spanje.’

Juist of onjuist?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

→ Dit plaatje gaat over:
A
Zeewind
B
Landwind

Slide 8 - Quiz

Deze wolken bestaan uit kleine waterdruppels die blijven zweven.

Juist of onjuist?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

→ Welk begrip past bij deze afbeelding
A
Frontale neerslag
B
Stijgingsneerslag
C
Stuwingsneerslag

Slide 10 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

→ Welke soort neerslag valt uit de wolken aangegeven met A?
A
Frontale neerslag
B
Stijgingsneerslag
C
Stuwingsneerslag

Slide 11 - Quiz

 → Sleep de volgende teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Verdamping
Afvoer door rivieren
Condensatie
Afstroming
Neerslag
Bevriezen
Grondwater

Slide 12 - Question de remorquage

‘Wind heeft op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts als je met je rug naar het hogedrukgebied staat, omdat de aarde bij de evenaar sneller draait.’

Juist of onjuist?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

 → Sleep de volgende teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Zoninvalshoek onder een hoek van 20º
Kreeftskeerkring
Steenbokskeerkring
Evenaar
Zoninvalshoek onder een hoek van 90º

Slide 14 - Question de remorquage

warme droge zomer, koude winter
zachte winters, koele zomer, hele jaar neerslag -> aanlandige wind!
warme droge zomers, zachte winter, neerslag in winter
neerslag < 200 mm per jaar
Middellandse zeeklimaat
Woestijnklimaat
Landklimaat
Zeeklimaat

Slide 15 - Question de remorquage

Welk klimaat in de Verenigde Staten heeft het grootste verschil tussen zomertemperatuur en wintertemperatuur?
A
hooggebergteklimaat
B
landklimaat
C
zeeklimaat
D
toendraklimaat

Slide 16 - Quiz

Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.

Slide 17 - Question de remorquage

Sleep de vormen van neerslag naar de juiste plek.
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag

Slide 18 - Question de remorquage

Zeeklimaat
Landklimaat
Droog klimaat

Slide 19 - Question de remorquage

Een feedlot is een voorbeeld van welke vorm van veeteelt?
A
Intensieve veeteelt
B
Extensieve veeteelt

Slide 20 - Quiz

Hieronder zie je 4 klimaatfactoren en 4 omschrijvingen. Sleep de omschrijving naar de bijbehorende klimaatfactor. 
Windrichting
Breedteligging
Bergen
Zeestromen
In het noordoosten van de VS zorgt dit voor weinig invloed van de zee op het klimaat.
Dit zorgt aan de noordwestkust van de VS voor hogere temperaturen.
Hierdoor kan warme wind uit het zuiden diep het binnenland van de VS indringen.
Hierdoor is er een groot temperatuurverschil tussen Florida en Alaska.

Slide 21 - Question de remorquage

Bekijk de afbeelding

‘De nuttige neerslag is in dit gebied in de zomer positief en in de winter negatief.’

→ Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

‘Het stijgen van de zeespiegel in Nederland en Spanje komt onder andere door de grotere afvoer van water naar zee, door rivieren.’

→ Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

In Spanje is het warmer dan in Nederland doordat de zoninvalshoek in Spanje:
A
Langer is
B
Korter is
C
Groter is
D
Kleiner is

Slide 24 - Quiz

Bekijk de afbeelding

Op deze afbeelding is sprake van een
A
Lagedrukgebied omdat de lucht daalt
B
Lagedrukgebied omdat de lucht stijgt
C
Hogedrukgebied omdat de lucht stijgt
D
Hogedrukgebied omdat de lucht daalt

Slide 25 - Quiz

Het Azorenhoog (hogedrukgebied) heeft zomers invloed op Spanje:
A
Juist, dit zorgt voor helder en koel weer
B
Juist, dit zorgt voor helder en droog weer
C
Onjuist, dit zorgt voor helder en koel weer
D
Onjuist, dit zorgt voor helder en droog weer

Slide 26 - Quiz

Regen die ontstaat bij botsing van warme en koude lucht:
A
Stuwingsregen
B
Stijgingsregen
C
Condensatieregen
D
Frontale neerslag

Slide 27 - Quiz

Het Sierra Nevada-gebergte ligt aan de zuidkust van Spanje: waar zal de regenschaduw zijn?
A
Noordkant
B
Oostkant
C
Zuidkant
D
Westkant

Slide 28 - Quiz

Bekijk de afbeelding

Geef de juiste volgorde van klimaten:
A
1 Zee-, 2 Land-, 3 Steppe-, 4 Middellandse Zeeklimaat
B
1 Middellandse Zee-, 2 Land-, 3 Zee-, 4 Steppeklimaat
C
1 Zee-, 2 Middellandse Zee-, 3 Steppe-, 4 Landklimaat
D
1 Zee-, 2 Middellandse Zee-, 3 Land-, 4 Steppeklimaat

Slide 29 - Quiz

Hete zomers en vrij koude winters zijn een kenmerk van het:
A
Hooggebergteklimaat
B
Landklimaat
C
Middellandse Zeeklimaat
D
Gematigd Zeeklimaat

Slide 30 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Een klimaatgrafiek van een plaats in Spanje.

→ Welk klimaat past bij deze klimaatgrafiek?

A
Gematigd zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Middellandse zeeklimaat
D
Steppeklimaat

Slide 31 - Quiz

Welke klimaatfactor zie je op de afbeelding?
A
Hoogteligging
B
Breedteligging
C
Gesteldheid aardoppervlak
D
Wind- en oceaanstromingen

Slide 32 - Quiz

Welke klimaatfactor zie je op de afbeelding?
A
Hoogteligging
B
Breedteligging
C
Gesteldheid aardoppervlak
D
Afstand tot zee

Slide 33 - Quiz

Wat voor veeteelt zou er plaatsvinden op dit landschap?
A
Extensieve veeteelt
B
Intensieve veeteelt

Slide 34 - Quiz

Waar vindt verwoestijning plaats?
A
aan de randen van de woestijn
B
in de woestijn zelf
C
In het centrum van de woestijn
D
gebieden ver van de woestijn af

Slide 35 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Landklimaat
B
Middellandse zeeklimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd zeeklimaat

Slide 36 - Quiz