Check je geld!

Schulden 
3 mavo
KO
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Schulden 
3 mavo
KO

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht:
Zoek onderstaande test op en maak deze op je Chromebook.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitslag geldtypetest
Ik ben een
Superspaarder
Rekenmast
Geld-chaoot
Big Spender

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe onstaan schulden?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schuld (een geldbedrag dat je moet terugbetalen)

Geld lenen = schuld opbouwen

Een schuld kan voor grote problemen zorgen!
  • Lastiger om andere rekeningen te betalen 
  • Stress
  • Je kunt geen/ moeilijker andere leningen aangaan

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:55
Heb jij wel eens iets via Klarna/ achteraf betalen gekocht?
Ja, heel vaak
Ja, wel eens
nee, nog nooit

Slide 12 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:58
Wat kost een hond in de maand?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:33
Hoeveel procent van de Nederlanders staat in de min/ rood?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

zorgverzekering 1e maand na je 18de

Slide 18 - Diapositive

Aanpassingsschulden: deze schulden ontstaan als mensen er niet in slagen om hun uitgavenpatroon aan te passen aan een gedaald inkomen. Dit is vaak het geval bij ingrijpende levensgebeurtenissen die zorgen voor een plotselinge inkomensdaling, bijvoorbeeld door werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of echtscheiding.
2. Overlevingsschulden: in deze gevallen is het inkomen te laag om alle noodzakelijke uitgaven te betalen. Deze schulden komen vooral voor bij huishoudens met een zeer gering huishoudbudget. Dergelijke schulden kunnen ontstaan wanneer de vaste lasten het maandelijkse inkomen overstijgen, bijvoorbeeld doordat de wasmachine vervangen moet worden en hier geen geld voor is. Om die wasmachine toch te kunnen aanschaffen, kiest men er bijvoorbeeld voor de machine op afbetaling te kopen, of de betaling van bepaalde vaste lasten te verzuimen. Zo ontstaan er schulden.
3. Overbestedingsschulden: dit soort schulden wordt gemaakt door huishoudens met een inkomen dat voldoende is voor de vaste lasten en huishoudelijke uitgaven, maar die bovenmatige consumeren. Het gaat dan om uitgaven die niet nodig zijn, bijvoorbeeld een nieuwe auto terwijl deze nog niet vervangen hoeft te worden.
Movisie / WAT WERKT BIJ de aanpak van armoede en schulden 53
4. Compensatieschulden: huishoudens met dergelijke schulden hebben vaak een laag inkomen. Dat inkomen is voldoende voor de noodzakelijke uitgaven, maar door onrust en ontevredenheid worden uitgaven gedaan die men zich niet kan permitteren.
Maak opgave 2: Geldfit
Klaar? Vraag een nakijkmodel
Ga verder met opgave 1

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit vind ik een schuld
Dit vind ik geen schuld
Tien euro geleend van een vriend
Een telefoon kopen op afbetaling.
Rood staan bij de bank
100 euro lenen van je ouders
Twee maanden achterstand met de betaling van je zorgverzekering.
persoonlijke lening afgesloten van 5000,-
Aan het einde van je studie 8000,- terug moeten betalen aan DUO

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind jij dit een schuld?
Een telefoon gekocht op afbetaling
JA
NEE

Slide 21 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind jij dit een schuld?
Rood staan bij de bank
JA
NEE

Slide 22 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind jij dit een schuld?
100 euro geleend van je ouders
JA
NEE

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind jij dit een schuld?
Twee maanden achterstand met de betaling van je zorgverzekering.
JA
NEE

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind jij dit een schuld?
Aan het einde van je studie 8000,- terug moeten betalen aan DUO
JA
NEE

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het makkelijk om in de schulden te komen?
Ja
Nee

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik zou me ervoor schamen als ik schulden zou hebben?
Oneens
Niet eens, niet oneens
Eens

Slide 27 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions


WANNEER KRIJG JE SCHULDEN?
Als je niet op tijd je rekeningen betaalt
Als je niet goed met geld om kan gaan
Als je meer geld uitgeeft dan je binnen krijgt
Als je geld leent

Slide 28 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aansprakelijkheid
Inboedel

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de studenten heeft moeite om rond te komen?
A
1/4 (25%)
B
2/3 (66%)
C
1/3 (33%)
D
1/2 (50%)

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de gemiddelde maandelijkse uitgaven van een student?
A
€1250
B
€1000
C
€500
D
€750

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de studenten heeft een studieschuld?
A
40%
B
25%
C
60%
D
10%

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions