Les 20-11-2020, 3.1 t/m 3.8

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Planning voor de les:

20 minuten: KWT

4 minuten: voorkennis testen

1 minuut: leerdoelen en huiswerk

15 minuten: uitleg 

15 minuten: aan het werk!

5 minuten: leerdoelen testen

Aan de slag!

Wat? Keuzewerktijd 

Hoe? Volgens het stoplicht

Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot de timer op 0 staat 

Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.

Klaar? Ga verder met een ander vak

Sparen
Ja/nee, hoe, waarom, wat levert het op?

Leerdoelen:

1. Je kunt uitleggen waarom sparen en lenen voorbeelden zijn van ruilen over de tijd .

2. Je kunt de mediaan en het gemiddelde bepalen van een reeks getallen.

3. Je kunt het begrip koopkracht uitleggen.

HUISWERK: Opdrachten 3.1 t/m 3.8

0

Ruilen over de tijd: sparen 

• Geld is een ruilmiddel 
• Sparen is het niet uitgeven van een deel van je inkomsten. Je stelt je besteding uit

Ruilen over de tijd: lenen

• Bij lenen kun je nu meer besteden, maar in de toekomst minder

Rente, inflatie en koopkracht 

Rente is een vergoeding voor het uitlenen van geld 

Als de rentevergoeding op je spaargeld lager is dan het inflatiepercentage daalt je koopkracht. 

Bereken het gemiddelde

Gemiddelde

9,2+8,6+8+8,6

delen door

4

= 34,4 / 4

= 8,6

Mediaan

• Het middelste getal van een reeks getallen
• Bij een even aantal getallen het gemiddelde van de twee middelste getallen 

Waarom? 

• Een gemiddelde geeft soms een vertekent beeld, wanneer er een uitschieter in de reeks getallen is

Mediaan

Aan de slag!

Wat? Opdracht 3.1 t/m 3.8

Hoe? In de online leeromgeving

Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn

Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder in hoofdstuk 5

Leg in eigen woorden uit waarom sparen een voorbeeld is van "ruilen over de tijd"

Wat is de mediaan van
onderstaande reeks van getallen?
1, 2, 7, 10, 15

De rente op je spaarrekening is hoger dan de inflatie. Hierdoor neemt je koopkracht ....

1. Af
2. Toe
3. Blijft gelijk

Wat is de mediaan van
onderstaande reeks van getallen?
1, 2, 7, 9, 10, 15

Wat is het gemiddelde?

1. 5
2. 2
3. 3
4. 4

Huiswerk

Opdracht 3.1 t/m 3.8