Paragraaf 4.3 Hoe komt nieuws tot stand?

Wat is nieuws?
Onderwijs en je toekomst
Hoe komt nieuws tot stand

Nieuwsbronnen
4.1
3.4
4.3
4.2
1 / 30
suivant
Slide 1: Question de remorquage
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is nieuws?
Onderwijs en je toekomst
Hoe komt nieuws tot stand

Nieuwsbronnen
4.1
3.4
4.3
4.2

Slide 1 - Question de remorquage

4.3 Hoe komt nieuws tot stand?
4.1 Wat is nieuws?
4.2 Nieuwsbronnen
3.4 Onderwijs en je toekomst
Rolpatroon, burgerschap
Nieuws
Massamedia, internationaal persbureau
verdringingseffect, diploma-inflatie, competentiegericht leren, competenties

Slide 2 - Question de remorquage

3.3 de school socialiseert steeds meer
4.1 Wat is nieuws?
4.2 Nieuwsbronnen
4.3 Hoe komt nieuws tot stand?

Slide 3 - Question de remorquage

4.1
3.1
4.2
4.3

Slide 4 - Question de remorquage

Begrippen - 4.3 Hoe komt nieuws tot stand 
1 Partijdig.
2 Onpartijdig

Slide 5 - Diapositive

Actuele gebeurtenissen
Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoor
Onpartijdig
Partijdig
Nieuws
Massamedia
Objectief
Subjectief

Slide 6 - Question de remorquage

Partijdig
Bureaus die journalisten over de hele wereld hebben zitten die telkens nieuwe berichten doorsturen.
Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoor
Onpartijdig

Slide 7 - Question de remorquage

Subjectief
Internationaal persbureau
Massamedia
Objectief

Slide 8 - Question de remorquage

Subjectief
A
Massamedia
B
Partijdig
C
Competentiegericht leren
D
Onpartijdig

Slide 9 - Quiz

Objectief
A
Massamedia
B
Partijdig
C
Competentiegericht leren
D
Onpartijdig

Slide 10 - Quiz

Subjectief
A
Partijdig
B
Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoort.
C
Onpartijdig
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 11 - Quiz

Objectief
A
Partijdig
B
Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoort.
C
Onpartijdig
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 12 - Quiz

Begrippen - 4.3 Hoe komt nieuws tot stand 
3 De journalist bepaalt welk bericht hij doorstuurt naar het persbureau.
4 De redactie van de krant.
5 Objectief.

Slide 13 - Diapositive

Wat de journalist door stuurt naar een krant is niet zijn eigen keuze.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat de journalist door stuurt naar een krant is zijn eigen keuze.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

De journalist is objectief in het doorsturen van informatie naar een persbureau.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

De journalist is subjectief in het doorsturen van informatie naar een persbureau.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Om objectief te zijn als journalist is vrijwel onmogelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Om subjectief te zijn als journalist is vrijwel onmogelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Ieder mens heeft zijn eigen mening.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Niet ieder mens heeft zijn eigen mening
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat de journalist doet, is de eerste zeef.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Wat de journalist doet, is de tweede zeef.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

De journalist stuurt zijn berichten door naar radio, kranten of tv.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

De informatie die de journalist aan een redactie geeft, wordt meteen in de krant gezet.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

De redactie selecteert berichten die zij binnen krijgen van journalisten.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Meestal krijgen de radio, tv en kranten het nieuws van persbureaus.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

De tweede zeef vormt de redactie van radio, tv of krant.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Er is bij het zeven van het nieuws telkens sprake van subjectiviteit.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Begrippen - 4.3 Hoe komt nieuws tot stand 
6 a A objectief. B subjectief. C subjectief.
b Eigen mening.
7 Nee, want het is de mening van veel Nederlandse mensen. Die leven met Sven Kramer mee.
8 Opdracht uitgevoerd?

Slide 30 - Diapositive