verpleegkunde Quiz

Verpleegkunde Quiz
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
VerpleegkundeMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Verpleegkunde Quiz

Slide 1 - Diapositive

32 vragen
15 vragen anatomie fysiologie
12 basiszorg vragen
5 (onnodige) weetjes

Slide 2 - Diapositive

Anatomie & Fysiologie

Slide 3 - Diapositive

Uit hoeveel botten bestaat een volwassen lichaam?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe ontstaat decubitus?
A
door drukkrachten
B
slechte doorbloeding
C
door schuifkrachten
D
Weinig beweging

Slide 5 - Quiz

Wat zijn niet specifieke afweercellen in ons lichaam
A
Macrofagen
B
B- Lymfocyten
C
T-Lymfocyten
D
Witte bloedcellen

Slide 6 - Quiz

Wat meet de hormoonwaarden en zorgt dat er meer of minder van wordt gemaakt?
A
Hypothalamus
B
Hypofyse
C
Schildklier
D
Weefsel/ orgaan

Slide 7 - Quiz

Welke hormonen worden in de eilandjes van langerhans gemaakt?
A
Aldosteron en cortisol
B
Calcitonine en parathormoon
C
Glucagon en insuline
D
Er worden geen hormonen aangemaakt.

Slide 8 - Quiz

Benoem 4 functies van de huid

Slide 9 - Question ouverte

waar vindt als eerste de spijsvertering plaats?
A
In de mondholte
B
In de maag
C
In de twaalfvingerige darm
D
In de dunne darm

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van de maag?
A
Doden van ziektekiemen
B
Eiwitten afbreken
C
Kneden van voedsel en vermengen met maagsap
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van de dikke darm?
A
Vocht onttrekken
B
Koolhydraten opnemen
C
Voedsel verteren
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat is de Oesofagus?
A
Dikkedarm
B
Slokdarm
C
Luchtpijp
D
Milt

Slide 13 - Quiz

Benoem van buiten naar binnen de 3 huidlagen (hoeft NIET in latijn)

Slide 14 - Question ouverte

Welke bloedvaten voorzien het hart van bloed en zuurstof
A
Hartslagaders
B
Kransslagaders
C
Longslagaders
D
Poortslagaders

Slide 15 - Quiz

Hoe wordt de kleine bloedsomloop ook wel genoemd?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is geen uitscheidingsorgaan?
A
Hart
B
Lever
C
Long
D
Nier

Slide 17 - Quiz

Hoe heet het eerste deel van de dunne darm?
A
Kronkeldarm
B
Nuchtere darm
C
Peritoneum
D
Twaalfvingerige darm

Slide 18 - Quiz

Uit welk spierweefsel bestaat je hart?
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
D
Kransspierweefsel

Slide 19 - Quiz

Wat is geen functie van de nieren?
A
Uitscheiden van afvalstoffen via urine
B
Regelen hoeveelheid water in het lichaam
C
Het aanmaken van nieuwe bloedcellen
D
Regelen hoeveelheid zouten in het lichaam

Slide 20 - Quiz

Welk proces vindt plaats in de longblaasjes

Slide 21 - Question ouverte

Basiszorg

Slide 22 - Diapositive

Hoe ontstaat decubitus?
A
operatie
B
slechte doorbloeding
C
door trekkrachten
D
weinig beweging

Slide 23 - Quiz

Wat kun je doen aan smetten?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is een Colonstoma?
A
Dikke darm uitgang op de buik
B
Dunne darm uitgang op de buik
C
urine uitgang op de buik
D
weet ik niet

Slide 25 - Quiz

Stoma met prolaps
Necrose stoma
Verzonken stoma
Mooi stoma
Stoma in huidplooi

Slide 26 - Question de remorquage

Kun je een voorbeeld geven van een voorbehouden handeling?

Slide 27 - Question ouverte

Wat is een venapunctie?
A
Toedienen van medicatie rechtstreeks in de bloedbaan
B
Bloed afnemen door aanprikken vene
C
Bloed afnemen door aanprikken arterie
D
Bloed toedienen via een bloedvat

Slide 28 - Quiz

Bij welke alarmsignalen van sputum moet je een arts inschakelen?
A
verandering van kleur
B
bloed en verandering van kleur
C
veel meer sputum produceren
D
bij A, B en C

Slide 29 - Quiz

Wat doen we ongeveer 16x per minuut?

Slide 30 - Question ouverte

wanneer verdwijnt een delier?
A
Een delier verdwijnt vanzelf binnen een paar uur.
B
Wanneer de patiënt beter slaapt en eet.
C
Een delier verdwijnt vanzelf binnen een week.
D
Wanneer de oorzaak is behandeld.

Slide 31 - Quiz

Wanneer is er sprake van kwetsbare oudere?
A
Als de zelfredzaamheid of veerkracht afneemt.
B
Multimorbiditeit
C
Als je de surprise question positief beantwoordt.
D
A, B, C

Slide 32 - Quiz

Wat is een differentiaal diagnose?

Slide 33 - Question ouverte

wat is een indicatie voor het uitvoeren van een urinesediment
A
verdenking op urineweginfectie
B
verdenking op nierschade
C
geen van beide opties
D
beide bovenstaande opties

Slide 34 - Quiz

Wat is de naam van dit voorwerp?
A
Urinemat
B
Glijzeil
C
Fysiotherapie til mat
D
Yogamat

Slide 35 - Quiz

Weetjes

Slide 36 - Diapositive

wat is de naam van dit voorwerp?
A
Verband schaar
B
Roestvrije schaar
C
Kocher
D
Verpleegkundige schaar

Slide 37 - Quiz

Hoeveel nieuwe patiënten worden per jaar gediagnosticeerd met een vorm van kanker in Nederland?

Slide 38 - Question ouverte

Hoeveel patiënten komen er per jaar op de eerste hulp na een blessure op het voetbalveld?

Slide 39 - Question ouverte

Hoeveel liter koffie wordt er gedronken door artsen in Nederland per arts per jaar?

Slide 40 - Question ouverte

Hoeveel mensen werken er in Nederland in de zorg?

Slide 41 - Question ouverte

Uit hoeveel botten bestaat het menselijk lichaam?

Slide 42 - Question ouverte

welke communicatie valt er onder non-verbaal?
A
gesprek voeren
B
vragen stellen
C
gezichtsuitdrukking
D
sollicitatie gesrek

Slide 43 - Quiz

Hoeveel vragen had je goed?
032

Slide 44 - Sondage