H2 - Grammatica - redekundig ontleden pv - ow - wg

Redekundig ontleden H2
persoonsvorm
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Redekundig ontleden H2
persoonsvorm
onderwerp
werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Diapositive

Wat is de allereerste stap als je een zin gaat ontleden?
A
Hard huilen
B
De zin in zinsdelen verdelen
C
Het onderwerp zoeken
D
De persoonsvorm zoeken

Slide 2 - Quiz

Op welke manier kan je de persoonsvorm uit de zin halen?

Slide 3 - Question ouverte

De leerlingen gaan de leerstof van redekundig ontleden herhalen.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 4 - Question ouverte

Strepen tussen zinsdelen
Als je de pv gevonden hebt, zet je strepen tussen de zinsdelen.
Dit doe je zo:
  1. Zet een streep voor en achter de pv.
  2. De woorden die voor de pv staan vormen één zinsdeel.
  3. Plaats steeds een ander woord of groepje woorden voor de pv, dus verander de volgorde van de zin.
  4. De woorden die bij elkaar voor de pv kunnen staan, vormen steeds één zinsdeel. Zet strepen tussen deze zinsdelen.

Slide 5 - Diapositive

Waar horen de strepen te staan?
In 1 de 2 klas 3 lachen 4 de 5 leerlingen 6 om 7 een 8 grap 9 van 10 de 11 docent.
A
Op plaats 1, 3, 4, 6 en 9.
B
Op plaats 3, 4 en 6
C
Op plaats 4, 6, 7 en 9
D
Op plaats 3, 6, 7 en 9

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar:
Als je het onderwerp van de zin wilt weten,
stel je de vraag 'Wie/wat +pv?'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is het onderwerp van deze zin:
Gisteren heeft Tara de dure vaas op de grond laten vallen.
A
Heeft
B
De dure vaas
C
Tara
D
Gisteren

Slide 8 - Quiz


Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
De persoonsvorm
B
Het voltooid deelwoord
C
Alle werkwoorden in de zin behalve de pv. persoonsvorm.
D
Alle werkwoorden in de zin.

Slide 9 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

'Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin benoemen'.
A
ik
B
kan
C
kan benoemen
D
het werkwoordelijk gezegde van een zin

Slide 10 - Quiz

Zinsontleding
pv/wg
ow
 Op zondagmiddag 
heb
 ik
gepast
 op mijn buurmeisje.

Slide 11 - Question de remorquage

Zinsontleding
pv/wg
ow
graag 
zouden 
De ouders van mijn klasgenoot
willen
naar Spanje
emigreren.

Slide 12 - Question de remorquage

Heb je genoeg informatie en kennis om met de opdrachten te beginnen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage