Breingeheimen T1.3: Jongens- en meisjeshersenen

Jongens- en Meisjeshersenen
Breingeheimen
Thema 1 les 3

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Jongens- en Meisjeshersenen
Breingeheimen
Thema 1 les 3

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Breingeheim 1: 
Veel meisjes denken dat ze slecht zijn in wiskunde. Maar doordat ze dat denken, hebben ze er vaak ook moeite mee. Meisjes die verwachten dat ze even goed zullen zijn in wiskunde als jongens, halen vaak betere resultaten.

Slide 4 - Diapositive

Breingeheim 2:
De delen van de hersenen die te maken hebben met taal, ontwikkelen zich bij meisjes eerder dan bij jongens. Maar bij jongens ontwikkelt het ruimtelijk inzicht, dat je bijvoorbeeld nodig hebt bij wiskunde, eerder dan bij meisjes.

Slide 5 - Diapositive

Jongens tegen de meisjes
Nu zijn jullie aan de beurt!

Slide 6 - Diapositive

Maak de reeks af:

30 28 25 21 16 ...
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 7 - Quiz

Hoeveel dieren tel jij?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 8 - Quiz

Als je alle stippen van een dobbelsteen bij elkaar optelt, welk getal krijg je dan?
A
21
B
22
C
23
D
24

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?
A
Zo-wie-so
B
Zowiezo
C
So-wie-so
D
Sowieso

Slide 10 - Quiz

Wat hoort bij elkaar? 

Slide 11 - Question de remorquage

Waar in het plaatje zit de fout?
A
Links
B
Midden
C
rechts boven
D
rechts onder

Slide 12 - Quiz

Welk woord kan je maken van de woorden hieronder?
BEGIN HEREN MEI

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de uitkomst van deze som?

Slide 14 - Question ouverte

Breingeheim 3:
Jongens & mannen:
- hebben gemiddeld 10 tot 15% grotere hersenen dan meisjes & vrouwen
- kunnen zich het beste concentreren wanneer ze 1 ding tegelijk doen
- onthouden beter wanneer ze onder lichte stress staan

Slide 15 - Diapositive

Breingeheim 4:

Meisjes & vrouwen: 
- hebben in delen van hun hersenen meer hersencellen: achter het voorhoofd en in de hersenbalk tussen linker- en rechterhersenhelft. Daardoor werken hun helften beter samen
- kunnen makkelijker meerdere dingen tegelijk doen doordat hun hersenhelften beter samenwerken
- onthouden beter als ze ontspannen zijn

Slide 16 - Diapositive


Tot slot nog even dit:

Het ligt gelukkig allemaal nog niet vast: er zijn jongens die goed kunnen schrijven en meisjes met hoge cijfers voor wiskunde!

Slide 17 - Diapositive