Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

De persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecondary EducationAge 12,13

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

De persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

LANDEN
Het vliegtuig ... om 12u40 op Schiphol.

Slide 3 - Question ouverte

HETEN
Hoe ... je vriend ook alweer?

Slide 4 - Question ouverte

STARTEN
Gisteren ... mijn auto niet.

Slide 5 - Question ouverte

SPAREN
Vorig jaar ... ik voor een brommobiel.

Slide 6 - Question ouverte

BEANTWOORDEN
De mensen ... de vragen van de enquête.

Slide 7 - Question ouverte

BELOVEN
Gabriel ... het geheim niet verder te vertellen.

Slide 8 - Question ouverte

NIEZEN
De verkouden meisjes ... de hele tijd.

Slide 9 - Question ouverte

BAKKEN
Vroeger ... de leerlingen van S7 lekkere koekjes en cakes.

Slide 10 - Question ouverte

VERHUIZEN
Vroeger ... mensen veel minder dan nu.

Slide 11 - Question ouverte

BELLEN
De dieven ... aan de voordeur.

Slide 12 - Question ouverte