week23M3

videoles week 23 M3 
doelen;
1. actief gebruik van het betrekkelijk vnw 
2. actief gebruik van de regelmatige werkwoorden
3. oefenen met luistervaardigheid
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

videoles week 23 M3 
doelen;
1. actief gebruik van het betrekkelijk vnw 
2. actief gebruik van de regelmatige werkwoorden
3. oefenen met luistervaardigheid

Slide 1 - Diapositive

deel 1 les verbes réguliers

Slide 2 - Diapositive

Er zijn 3 groepen regelmatige werkwoorden in het Frans:


- Regelmatige werkwoorden die eindigen op -er
- Regelmatige werkwoorden die eindigen op -ir
- Regelmatige werkwoorden die eindigen op -re

Slide 3 - Diapositive

Welke werkwoorden op -er ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Hoe maak je de futur van regelmatige werkwoorden op -er?

Slide 5 - Question ouverte

(habiter) zij zal wonen=
A
elle va habiter
B
elle habitera
C
elle a habité
D
elle habitait

Slide 6 - Quiz

ik heb gewoond=

Slide 7 - Question ouverte

Noem 5 reg. ww op -re

Slide 8 - Carte mentale

Hoe maak je van een werkwoord op -re een voltooid deelwoord?
vendre - verkocht? -re vervang je door:

Slide 9 - Question ouverte

(attendre) hij zal wachten=
A
il attendrait
B
il attendra
C
il attendait
D
il va attendre

Slide 10 - Quiz

(vendre) hij verkoopt=
A
il vende
B
il vend
C
il vendu
D
il vendra

Slide 11 - Quiz

werkwoorden op -ir
bijvoorbeeld: choisir
présent:
stam = chois

je
tu 
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
chois
chois
chois
chois
chois
chois
is
is
it
issons
issez
issent

Slide 12 - Diapositive

Marc kiest=
A
Marc choisis
B
Marc choisit
C
Marc a choisi
D
Marc va choisir

Slide 13 - Quiz

Ses amis (kiezen) .......
A
choisissons
B
choisissez
C
choisissent
D
ont choisi

Slide 14 - Quiz

(finir) ik heb afgemaakt=
A
j'ai fini
B
je suis fini
C
j'ai finie
D
je finirai

Slide 15 - Quiz

deel 2 betrekkelijk en vragend vnw

tu te souviens?

Slide 16 - Diapositive

Voilà la robe ...... est en soldes
A
qui
B
que
C
dont
D
quelle

Slide 17 - Quiz

Ce sont les sujets .... je trouve difficiles
A
quels
B
que
C
qui
D
dont

Slide 18 - Quiz

Ce sont les insectes .... j'ai peur
A
dont
B
des
C
que
D
quels

Slide 19 - Quiz

(welke) ..... film aimes-tu?
A
quel
B
quels
C
quelle
D
lesquels

Slide 20 - Quiz

Les robes sont jolies. Mais je ne sais pas ...... je vais acheter
A
laquelle
B
lequel
C
lesquels
D
lesquelles

Slide 21 - Quiz

luistervaardigheid

Slide 22 - Diapositive

4

Slide 23 - Vidéo

00:23
De dames zijn onderweg naar;
A
de tandarts en boekwinkel
B
huisarts en bibliotheek
C
tandarts en bibliotheek
D
apotheek en tandarts

Slide 24 - Quiz

00:32
Haar weekendplannen zijn;

Slide 25 - Question ouverte

00:42
ik ga zaterdag....

Slide 26 - Question ouverte

00:55
Voor de bevestiging van de afspraak op zondag;
A
sturen ze elkaar nog een bericht
B
bellen ze elkaar
C
er is geen bevestiging nodig
D
komt ze even langs

Slide 27 - Quiz

luisteronderdeel 2
Elisabeth en Pauline vertellen over hun vakantieplannen, luister en noteer ze voor jezelf.  Beantwoord daarna de vragen.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Wat gaat Elisabeth doen tijdens de vakantie? Noem 3 dingen;

Slide 30 - Question ouverte

Pauline gaat tijdens haar vakantie;
A
zonnen, lezen, skaten
B
sporten,zonnen,leren
C
zonnen, werken, schilderen
D
zingen, zonnen,koken

Slide 31 - Quiz

les devoirs;

leren/herhalen woorden les 1-4 chapitre 6
herhalen betrekkelijk vnw/vragend vnw
maken oef 46 en oef 50 in Word (mailen) 

Slide 32 - Diapositive