Beoordeling e-mail en § 11 goede zinnen schrijven (Kern 1HV)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

§ 11 Schrijfvaardigheid

Goede zinnen schrijven

Kern 1 havo/vwo

Ga lekker zitten en pak je leesboek

Vorige les

Wat hebben we ook alweer gedaan?

Met welke 6 punten moet je rekening houden bij het schrijven van een e-mail?

E-mail Beoordelen

Feedback e-mail

• Pak je computer en open google classroom
• Open jouw eigen geschreven e-mail
• Ruil van computer met je buurman/vrouw
• Beoordeel elkaars werk a.d.v. het beoordelingsformulier
• Bespreek dit formulier met elkaar (feedback)
• Verbeter je e-mail (voeg ontbrekende dingen toe en pas zinnen aan) 

Huiswerk week 38

• dinsdag 19 september S.O  e-mail schrijven
• neem je computer mee
• neem ook gewoon je lesboek  + schrift mee

Lesdoelen

Goede zinnen schrijven

Aan het einde van de les weet je:

1. hoe je een goede en begrijpelijke zin schrijft en hoe zinslengte, de volgorde van zinsdelen en het woordgebruik daaraan bijdragen

Programma

• Korte uitleg + aantekeningen maken
• Maken opdracht 2, 3, 4 en 5
• Afronden les

goede zin

boomdigitaal.nl

Oefenen met goede zinnen schrijven

Maak nu opdracht 2, 3, 4 en 5

Bespreken opdracht 2

    a  In de zin ontbreekt een hoofdletter (aan het begin van de

        zin) en een punt.

    b  In de zin ontbreekt een onderwerp.

    c  In de zin ontbreekt een persoonsvorm.

    d  In de zin wordt gebruikgemaakt van symbolen in plaats van

         woorden.

Bespreken opdracht 5

a  Ik wil geen suiker in mijn thee.

b  We gaan die planken gebruiken om een tafel mee te

     timmeren.

c  Ik vind de serie SpangaS niet veel aan eigenlijk.

d  Wij eten geen vlees.

e  Ik wil de reep met nootjes

Deel 2 §11 Hoe maak ik zinnen mooier

boomdigitaal.nl

Stappenplan passief naar actief

Stap 1: stel de vraag 'door wie' 

Het antwoord is het onderwerp voor de actieve zin

Stap 2: begin de actieve zin met het antwoord van stap 1

Stap 3: controleer of het onderwerp iets doet

Ja? Je hebt een actieve zin

Nee? Ga terug naar stap 1.

Antwoorden oefening 7

Antwoorden opdracht 7

Antwoorden oefening 8

Noem 2 dingen die je in § 11 hebt geleerd.

Wat wil je nog weten?