Grammar testweek 3 T7

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 3

Onderdelen voor de toetsweek:

valkuilen (vb: they're, their, there)

Adverbs / adjectives

one/ones

woordvolgorde

Deze week:

Dinsdag: adverbs / adjectives en woordvolgorde

donderdag: valkuilen en one/ones

vrijdag oefentoets

Adverbs adjectives

Het doel van deze les:

Aan het eind van deze les kun je adverbs en adjectives invullen in een zin (zoals op de toets).

Kies het juiste woord in de zin:
The teacher speaks _______English

1. good
2. well

Kies het juiste woord in de zin:
The student doesn't feel _______

1. good
2. well

Kies het juiste woord in de zin:
He learns ______

1. fast
2. fastly

Kies het juiste woord in de zin:
He takes this _____

1. serious
2. seriously

Kies het juiste woord in de zin:
It's a_____ job

1. serious
2. seriously

Kies het juiste woord in de zin:
She sings ________

1. beautiful
2. beautifully

Kies het juiste woord in de zin:
She is a ________ woman

1. beautiful
2. beautifully

Kies het juiste woord in de zin:
the dog barks ________

1. loud
2. loudly

Kies het juiste woord in de zin:
the music is very ________

1. loud
2. loudly

Kies het juiste woord in de zin:
He worked ________ on the project and got a 10.

1. hard
2. hardly

To summarise:

Adjectives -> zeggen iets over een zelfstandig naamwoord (mensen, dieren, dingen). Het staat er vaak voor.

Adverbs -> zeggen hoe iets gebeurt, zeggen iets over een werkwoord.

Achter een adverb staat vaak -ly

uitzonderingen: good-well, hard -hard, fast-fast (meer voorbeelden in the learning corner)

woordvolgorde

In het Engels is de woordvolgorde:

Wie, Doet, Wat, Waar, Wanneer

Hoe vertaal je de volgende zin:
Mijn broertje speelde gisteren in de tuin

Vertaal de volgende zin
We gaan op vakantie met de familie naar Spanje volgende week

Vertaal de volgende zin
Ik ga vandaag naar een feestje in Den Helder met mijn beste vriend.