Rondje Nederland kennismaken **

Wat weet jij over Nederland?
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat weet jij over Nederland?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de hoofdstad van Nederland?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar (welke stad) zit de regering van Nederland?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeveer 1/3 van alle mensen heeft een geloof in Nederland (meestal Christelijk).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet onze koningin?
(schrijf alleen haar voornaam op)

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten de buurlanden van Nederland?
A
Belgie en Duitsland
B
Italie en Belgie
C
Belgie en Frankrijk
D
Duitsland en Frankrijk

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe groot is Nederland ongeveer?
A
12.000 km2
B
98.000 km2
C
42.000 km2
D
58.000 km2

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt Nederland ook wel genoemd?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer vieren we in Nederland Koningsdag?
A
27 april
B
15 juli
C
6 december
D
30 april

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel mensen wonen er ongeveer in Nederland? (schrijf ... miljoen)

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

kaas
drop
aardappels
pepernoten
stroopwafels

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kleur van Nederland?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke munt (geld) betaal je in Nederland?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de zee die aan de westkant van Nederland ligt?

A
de Waddenzee
B
de Noordzee
C
de Stille Oceaan
D
de Middellandse zee

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland heeft 4 seizoenen. Wat is de goede volgorde?
A
winter, zomer, herfst, lente
B
winter, herfst, zomer, lente
C
winter, lente, zomer, herfst
D
winter, herfst, lente, zomer

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is de koning van Nederland?
(schrijf zijn hele voornaam op)

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In Nederland is het vaak wisselvallig weer. Wat betekent dat?
A
Dat het elke dag hetzelfde weer is.
B
Dat het weer elke dag anders kan zijn.
C
Dat het altijd regent in Nederland.
D
Dat het altijd koud is in Nederland.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Friesland spreken de mensen een eigen taal: Nederlands EN Fries.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeveer de helft van de mensen in Nederland heeft geen geloof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Dit is bijna de helft, waarvan 1 miljoen Moslims, nog een paar andere geloven en verder Christenen. De andere helft heeft dus geen geloof. Bijna nergens op de wereld geloven zo weinig mensen in God als in Nederland.
Johan Cruijff
Rembrandt van Rijn
Max Verstappen
Anne Frank
Amalia van Oranje

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland hoort bij de Europese Unie. De EU bestaat uit landen
A
die afspraken met elkaar maken
B
waar allemaal christenen wonen
C
waar niet met de euro betaald kan worden
D
die allemaal een koning als baas hebben

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onze koning is de zoon van prinses Beatrix.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stad in Nederland heeft de grootste haven van heel Europa?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In Suriname, Aruba, België en Zuid-Afrika wordt ook Nederlands gesproken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Provincies en hoofdsteden
Weet je het nog?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:07
De hoofdstad van Drenthe is:

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

00:14
De hoofdstad van Utrecht?

Slide 30 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

00:20
De hoofdstad van Zeeland?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

00:27
De hoofdstad van Noord-Brabant?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

00:33
De hoofdstad van Groningen?

Slide 33 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

00:41
De hoofdstad van Noord-Holland?

Slide 34 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke provincie ligt naast Friesland?
A
Drenthe
B
Overijssel
C
Groningen
D
Leeuwarden

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de hoofdstad van Noord-Brabant?
A
Eindhoven
B
's Hertogenbosch
C
Breda
D
Alkmaar

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke provincie ligt het meest in het zuiden? (rechts onderaan)
A
Zeeland
B
Limburg
C
Noord-Brabant
D
Gelderland

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke provincies is de naam van de provincie hetzelfde als de naam van de hoofdstad?
A
Groningen en Utrecht
B
Groningen en Friesland
C
Utrecht en Noord-Holland
D
Alleen Groningen

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welke provincie is "Assen" de hoofdstad?
A
Overijssel
B
Groningen
C
Friesland
D
Drenthe

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf oefenen
https://nt2taalmenu.nl/nt2-a1-oefeningen-2/#a1-inburgering

https://www.topo-oefenen.nl


Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions