Schrijven taalverzorging 3F

Vorige lessen
Verkennen van de examenopdracht
Inhoud van de schrijfopdracht
Opbouw van de schrijfopdracht
Afstemmen op de doelgroep

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Vorige lessen
Verkennen van de examenopdracht
Inhoud van de schrijfopdracht
Opbouw van de schrijfopdracht
Afstemmen op de doelgroep

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Deze les ga je werken aan je taalverzorging.

Slide 2 - Diapositive

Belangrijke datum
15 april examen schrijven

Slide 3 - Diapositive

Taalverzorging en het examen schrijven
Drie categorieën 
1. spelling
2. interpunctie
3. formuleren
  1. Per categorie maximaal 1,5 punt aftrek
  2. maximaal 3,5 punt aftrek in totaal

Slide 4 - Diapositive

Meest gemaakte fouten
  • samenstellingen
  • werkwoordspelling
  • zij/hun/hen
  • hoofdletters
  • te lange zinnen 

Slide 5 - Diapositive

Taalverzorging bij het schrijven
  1. Tijdens het schrijven: 
veel dingen doe je automatisch goed omdat je dit al goed kunt.
2. Na het schrijven:
lees je hele tekst na.

Slide 6 - Diapositive

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
ik loop
jij loopt/ loop jij
hij loopt
wij lopen

Slide 7 - Diapositive

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
ik werk
jij werkt/ werk jij
hij werkt
wij werken

Slide 8 - Diapositive

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
ik word
jij wordt/ word jij
hij wordt
wij worden

Slide 9 - Diapositive

Werkwoordspelling verleden tijd
ik werkte
jij werkte
hij werkte
wij werkte

Slide 10 - Diapositive

Werkwoordspelling verleden tijd
ik waadde door het water
jij waadde door het water
hij waadde door het water
wij waadden door het water

Slide 11 - Diapositive

Werkwoordspelling verleden tijd
ik brandde een kaarsje
jij brandde een kaarsje
hij brandde een kaarsje
wij brandden een kaarsje

Slide 12 - Diapositive

Dat kleine kaarsje (branden) al uren
A
brand
B
brant
C
brandt

Slide 13 - Quiz

Ik (worden) hier gek van.
A
werd
B
werdt

Slide 14 - Quiz

De boerderij (bevinden) zich naast een industrieterrein.

Slide 15 - Question ouverte

Aan de slag
Op studiereader.nl:
Examentraining instellingsexamens --> hoofdstuk 1 - Schrijven opdracht 1 t/m 6

Op studiemeter.nl:
Starttaalonline --> 3F --> Werkwoordspelling, spelling en stijlkwesties

Je werkt zelfstandig aan deze opdrachten, heb je vragen dan kun je deze stellen in Teams.

Slide 16 - Diapositive