Actief op de arbeidsmarkt_5.3_3M

Agenda les
  • Checken leerdoelen par 5.2
  • Uitleg Leerdoelen par 5.3
  • Ga naar lessonup.app en voer code in
  • Uitleg par 5.3
  • Zelf aan de slag
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Agenda les
  • Checken leerdoelen par 5.2
  • Uitleg Leerdoelen par 5.3
  • Ga naar lessonup.app en voer code in
  • Uitleg par 5.3
  • Zelf aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de volgende bewering juist of onjuist. Als het onjuist is geef dan een toelichting waarom die onjuist is.
"Een zelfstandige is hetzelfde als een werkgever".

Slide 2 - Question ouverte

Is vraag 13a tm 13d uit boek
Is de volgende bewering juist of onjuist. Als het onjuist is geef dan een toelichting waarom die onjuist is.
"In een eenmanszaak werkt maar één persoon"

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de volgende bewering juist of onjuist. Als het onjuist is geef dan een toelichting waarom die onjuist is.
"Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en inkomen"

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een verschil tussen een eenmanszaak en VOF?

Slide 5 - Question ouverte

Vraag 16 boek
Op welke 2 manieren kan een belegger geld verdienen aan zijn aandelen?

Slide 6 - Question ouverte

Vraag 18a
Welk risico loop je als je je geld belegt in aandelen?

Slide 7 - Question ouverte

Vraag 18b
Geeft een aandeelhouder leiding aan een nv of bv?

Slide 8 - Question ouverte

Vraag 18c
Bedrijven maken goederen door het verwerken van grondstoffen
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Quartair

Slide 9 - Quiz

Vraag 23a
Haalt onbewerkte grondstoffen en voedsel rechtstreeks uit de natuur
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Quartair

Slide 10 - Quiz

vraag 23b
Dienstverlening waarbij het behalen van winst niet het doel is.
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Quartair

Slide 11 - Quiz

vraag 23c
Bedrijven die diensten verlenen om winst te behalen.
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Quartair

Slide 12 - Quiz

vraag 23d
Leerdoelen par 5.3
  • Je kunt in eigen woorden omschrijven hoe de arbeidsmarkt eruit ziet
  • Je weet wanneer je tot de beroepsbevolking hoort
  • Je weet welk werk meetelt in de economische cijfers

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Denk je dat je tot de beroepsbevolking behoort?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Vraag 28a:
Nee, want Als jij nog geen 15 jaar bent, hoor je niet bij de beroepsbevolking. Ook als je niet be-schikbaar bent voor een baan omdat je nog naar school gaat, hoor je er niet bij.
Arbeidsmarkt en werkgelegenheid
Arbeidsmarkt
  • is het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid.
  • De VRAAG naar arbeid komt van de WERKGEVERS.  
  • Het AANBOD van arbeid komt van de WERKNEMERS (=beroepsbevolking).
Beroepsbevolking: iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is en wil werken.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdeling bevolking

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene wet gelijke behandeling
  • Omdat de kans op betaald werk niet voor iedereen even groot is, is er de Algemene wet gelijke behandeling.
  • Daarin staat dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van bijvoorbeeld geslacht, ras, leeftijd of afkomst.
  • Ook is wettelijk geregeld dat je meer of minder uren kunt gaan werken als je dat wilt. Zo kun je van een fulltimebaan naar een parttimebaan gaan.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsparticipatie
De arbeidsparticipatie (of arbeidsdeelname): 
  • is het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort.
  • De overheid stimuleert vrouwen om te werken en zo economisch onafhankelijk te zijn. De arbeidsparticipatie van vrouwen is hierdoor sterk toegenomen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formele sector: je verdient met werk geld waarover je belasting en premies betaalt.
Informele sector: werk dat niet door CBS wordt geregistreerd

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag
  • Lees paragraaf 5.3
  • Maak opgaven par 5.3
  • Leer de begrippen van par 5.1 t/m 5.3 voor volgende les

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions