Geslachtelijke voortplanting 6.6

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Geslachtelijke voortplanting

Tweeslachtige bloem

Eenslachtige bloem (mannelijk)

Eenslachtige bloem (vrouwelijk)

kelkblad

stamper

meeldraad

kroonblad

De stamper

stempel

stijl

vruchtbeginsel

Beslis windbloem of insectenbloem en sleep de juiste kenmerken bij de juiste bloem

veel stuifmeel

weinig stuifmeel

opvallende bloem

onopvallende bloem

maakt geen nectar

maakt nectar

stempel hangt uit de bloem 

stempel zit in de bloem

Wat is geen bestuiving?

Stuifmeelbuis

Stuifmeelkorrel

Eicel

Bevruchting

 Hoeveel vruchtbeginsels zijn er betrokken geweest bij de vorming van deze vrucht?

  1

  2

 5

vruchten met één zaad

Vruchten met meer zaden

Sleep een vinkje naar de vruchten waarvan de zaden worden gegeten. 

I2

T6

I2

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.

- Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.

Geslachtelijke voortplanting

Altijd 2 geslachtscellen nodig

Bevruchting: samensmelten van de kernen van twee geslachtscellen

Plant: kern van stuifmeelkorrel en de kern van een eicel

Chromosomen

Meiose is het maken van geslachtscellen

Bevruchting

- Stuifmeelkorrel met 12 chromosomen en eicel met 12 chromosomen smelten samen = 24

- Door gewone celdeling wordt het een kiem

- Verschillend DNA = variatie

- 50% papa en 50% van mama

Bevruchting bij dieren:

 uitwendige bevruchting

Bevruchting bij dieren:

Inwendige bevruchting

Zelfstandig werken

Maak alle opdrachten van 6.6

Lesafsluiting

- Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.

- Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.