K2 Unit 4 Herhaling Grammatica

K2 Unit 4 Herhaling Grammatica

Toets Hoofdstuk 4:
Eerste les in de week van 22 mei
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

K2 Unit 4 Herhaling Grammatica

Toets Hoofdstuk 4:
Eerste les in de week van 22 mei

Slide 1 - Diapositive

Grammar toekomst: To be going to
Praten over dingen die je van plan bent om te doen

Slide 2 - Diapositive

Welke zin is de correcte vorm van to be going to?
A
She gonna make her homework.
B
She wil make her homework.
C
She is going to make her homework.
D
She to make is going her homework.

Slide 3 - Quiz

Hoe werkt het ook alweer?

Slide 4 - Diapositive

Hoe werkt het ook alweer?
Persoon + vorm van to be + Going to + hele werkwoord

Slide 5 - Diapositive

Wat is de juiste vorm van
To Be? We ...
timer
0:10

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van
To Be? She ...
timer
0:10

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van
To Be? They ...
timer
0:10

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van
To Be? I ...
timer
0:10

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van
To Be? He ...
timer
0:10

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van
To Be? You ...
timer
0:10

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van
To Be? It ...
timer
0:10

Slide 12 - Question ouverte

Rijtje van To Be
I - am
he/she/it - is
we/you/they - are

Slide 13 - Diapositive

Welke zin is de correcte vorm van to be going to?
A
They gonna eat pizza.
B
They will eat pizza.
C
They is going to eat pizza.
D
They are going to eat pizza.

Slide 14 - Quiz

Hoe werkt het ook alweer?
Vraagzinnen maken
?

Slide 15 - Diapositive

Wat is de juiste vraagzin?
He is going to buy new shoes.
timer
0:30

Slide 16 - Question ouverte

Hoe werkt het ook alweer?
Je wisselt de persoon en vorm van to be om.

Slide 17 - Diapositive

Wat is de juiste vraagzin?
We are going to see a movie.
timer
0:30

Slide 18 - Question ouverte

Hoe werkt het ook alweer?
Ontkennende zinnen maken
-

Slide 19 - Diapositive

Wat is de juiste ontkennende zin?
We are going to see a movie.
timer
0:30

Slide 20 - Question ouverte

Hoe werkt het ook alweer?
zet not achter to be

Slide 21 - Diapositive

Wat is de juiste ontkennende zin?
He is going to buy new shoes.
timer
0:30

Slide 22 - Question ouverte

Grammar heden: Present simple of Present continuous

Slide 23 - Diapositive

In welke zin klopt in de present simple?
A
I always eat toasties for lunch.
B
I always eats toaties for lunch.
C
I always eating toasties for lunch.
D
I am eating toasties for lunch.

Slide 24 - Quiz

Hoe werkt het ook alweer?
Present simple
Als iets altijd, nooit of regelmatige gebeurt
hele werkwoord

Slide 25 - Diapositive

Hoe werkt het ook alweer?
Present simple
He Shits regel
He, She en It krijgen een s
walk --> walks

Slide 26 - Diapositive

In welke zin klopt in de present continuous?
A
Look, she are eating a banana.
B
Look, she eats a banana.
C
Look, she eating a banana.
D
Look, she is eating a banana.

Slide 27 - Quiz

Hoe werkt het ook alweer?
Present continuous
Als iets nu aan de gang is
vorm van To Be - werkwoord+ing
I am listening
She is working
They are talking

Slide 28 - Diapositive

Present simple of
Present continuous
Let goed op signaalwoorden
Simple: always, never, sometimes, every week
Continuous: now, at the moment, look!

Slide 29 - Diapositive

Present simple of present continuous?
A
Jack talks to Sarah at the moment.
B
Jack is talking to Sarah at the moment.

Slide 30 - Quiz

Present simple of present continuous?
A
Jack eats a sandwhich for lunch every day.
B
Jack is eating a sandwhich for lunch every day.

Slide 31 - Quiz

Present simple of present continuous?
A
On Mondays I go to the supermarket.
B
On Mondays I am going to the supermarket

Slide 32 - Quiz