pompoen pannenkoek

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

pompoen pannenkoek

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

leerling kan 1 kwaliteit van zichzelf benoemen

leerling kan uitleggen wat vruchtvlees is

leerling kan een glad beslag maken(zonder klontjes

theorie

pompoen= vrucht met harde schil. 

vruchtvlees = eetbare deel van de pompoen

soorten = flespompoen, hokkaido, muskaatpompoen, gewone pompoen, spaghetti pompoen. 

thema talent

kwaliteit= positieve manier om te laten zien wie jij bent. 

kwaliteiten helpen jou te verkopen

1. maak een top 5 van jou kwaliteiten. 
2. vraag aan 3 klasgenoten welke kwaliteit het beste bij jou past. 

hoe kan jij deze kwaliteit gebruiken op school of de toekomst?

vaktaal

decoratie = versiering
vruchtvlees= eetbare deel van de pompoen

koekkruiden= is een mengsel van kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, gemberpoeder, kardemom en witte peper,

zelfrijzend bakmeel= bloem en bakpoeder (rijzen)

kwaliteit= positieve manier om te laten zien wie jij bent. 

voorbereiding

we gaan 3 kleine pannenkoeken maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

materialen

• Koekenpan
  
• steelpan
• snijplank + koksmes
• bekken
• maatbeker

materialen

• garde
  
• vork
  
• theelepel
  
• bolzeef/puntzeef

Ingredienten

• 80 gram zelfrijzend bakmeel
  
• 0,5 theelepel koekkruiden
  
• Snufje zout
  
• 25 gram boter

Ingredienten

• 200 gram pompoen geschild
  
• 1/2 ei
  
• 100 ml melk
  
• 2 eetlepel suiker

uitvoeren

je gaat nu de pompoenpannenkoek maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

schil de pompoen

snij deze in brunoise

(blokjes)

Stap 2

doe de blokjes in de steelpan. Kook deze voor 10 minuten. 

Stap 3

giet de blokjes af met je puntzeef. 

Stap 4

prak de blokjes met je vork.

Stap 5

Stap 6

Stap 7

Stap 8

Stap 9

Stap 10

Stap 11

Stap 12

Stap 

Stap 

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding