PG5.4 Beenverbindingen

Welkom
Ga rustig zitten
Voor deze les:
Boek, schrift en
 Ipad dicht op tafel

Hoe zit het ook alweer:
In je locker:
  •  Telefoon
  • jas (of op de kapstok)

In het lokaal:
  • Opgeladen Ipad mee
  • Gevuld etui
  • Boeken en schrift mee
  • Steek vinger op bij vraag

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga rustig zitten
Voor deze les:
Boek, schrift en
 Ipad dicht op tafel

Hoe zit het ook alweer:
In je locker:
  •  Telefoon
  • jas (of op de kapstok)

In het lokaal:
  • Opgeladen Ipad mee
  • Gevuld etui
  • Boeken en schrift mee
  • Steek vinger op bij vraag

Slide 1 - Diapositive

Vandaag

Leerdoelen
Terugblik-quiz
Nabespreken opdrachten
Uitleg
Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Je kunt vier beenverbindingen beschrijven.
Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
Je kent het verschil tussen een kogelgewricht en een scharniergewricht.
 


Leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Terugblik
QUIZ 
10 sec. per vraag! 
Laatste paar vragen iets meer tijd.

Slide 4 - Diapositive

Leven botten?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Het skelet bestaat uit botten. Een ander woord voor botten is _____________.
A
Ruggengraat
B
Beenderen
C
Benen
D
Schedel

Slide 6 - Quiz

Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer uit...?
A
100 botten
B
270 botten
C
206 botten
D
75 botten

Slide 7 - Quiz

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 8 - Quiz


Welke botten zijn rood in de afbeelding?
A
bekkengordel
B
borstwervels
C
halswervels
D
lendenwervels

Slide 9 - Quiz

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks

Slide 10 - Quiz

Hebben kinderen veel lijmstof of weinig lijmstof
A
weinig
B
veel

Slide 11 - Quiz

Zonder lijmstof....
A
breken je botten sneller
B
buigen je botten beter
C
vallen je botten uit elkaar
D
heb je geen botten

Slide 12 - Quiz

bot waar niets mee is gedaan
bot dat in verdund zoutzuur heeft gelegen
bot dat een vlam is gehouden

Slide 13 - Question de remorquage

Welke onderdelen van het skelet horen bij elkaar?Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode. 
Controleer hier of je het goed hebt. 
Bekken
Borstkas
Schoudergordel
Heupbeenderen en heiligbeen
Ribben, borstwervels, borstbeen
Schouderblad en sleutelbeen

Slide 14 - Question de remorquage

Verbind de onderdelen van het skelet met de juiste functie.
bescherming
bewegen
Stabiliteit/ stevigheid
Aanmaak bloedcellen

Slide 15 - Question de remorquage

Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.

Slide 16 - Quiz

Tekst
dijbeen
Botten van de voet
scheenbeen
kuitbeen
Botten van de hand
knieschjf

Slide 17 - Question de remorquage

Kraakbeenweefsel of botweefsel?
kraakbeen
kraakbeen
bot
bot
bot

Slide 18 - Question de remorquage

Nabespreken opdrachten

Slide 19 - Diapositive

Beenverbinding
Een verbinding van een bot (been) 
met één of meer andere botten (beenderen).

Slide 20 - Diapositive

Opdracht
Beweeg je schouders eens? 
Wat kun je er allemaal mee? 
Kun je dit ook met je elleboog? 
En met je vingerkootjes? 

Slide 21 - Diapositive

zet de soorten beenverbindingen op volgorde van meest beweegbaar tot minst beweegbaar
Meest beweegbaar
minst beweegbaar

Slide 22 - Question de remorquage

Beenverbindingen
Welk woord hoort bij welke afbeelding?
Kraakbeen - Vergroeid - Gewrichten - Naden

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Hoeveel soorten beenverbindingen zijn er?
A
10
B
3
C
200
D
4

Slide 33 - Quiz

Welke beenverbindingen zijn niet beweeglijk?
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Vergroeid
D
Naad

Slide 34 - Quiz

Maak een foto van een scharniergewricht.

Slide 35 - Question ouverte

De schedelbeenderen zitten verbonden met elkaar door:
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Naad
D
Vergroeid

Slide 36 - Quiz

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door:
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Naad
D
Vergroeid

Slide 37 - Quiz

zet de soorten beenverbindingen op volgorde van meest beweegbaar tot minst beweegbaar
Meest beweegbaar
minst beweegbaar

Slide 38 - Question de remorquage

Een middenhandsbeentje is verbonden met een vingerkootje door:
A
Naadverbinding
B
Vergroeide verbinding
C
Kraakbeen verbinding
D
Gewricht

Slide 39 - Quiz

Samenvatting:
  • Beenverbinding: Een been is verbonden met 1 of meer andere beenderen.
  • Er zijn vier soorten beenverbindingen: 
  1. Kraakbeen verbinding
  2. Naad verbinding
  3. Vergroeide verbinding
  4. Gewricht

Slide 40 - Diapositive

Samenvatting:
Gewricht:
  • 3 type gewrichten: 
  1. Scharnier gewricht
  2. Rol gewricht
  3. Kogel gewricht

Slide 41 - Diapositive

Wat ga je over deze les zeker onthouden?

Slide 42 - Question ouverte

4 verschillende beenverbindingen

Slide 43 - Diapositive

Succes !
vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 44 - Question de remorquage

Kogel-
gewricht

scharnier-
gewricht
rol-
gewricht
zadel-
gewricht
eivormig
gewricht

Slide 45 - Question de remorquage

Scharniergewricht
Kogelgewricht
Rolgewricht

Slide 46 - Question de remorquage

Bas 4 Beenverbindingen
Ga aan de slag met de opdrachten van bas 4 in je werkboek!

Slide 47 - Diapositive