Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Homoniemen en homofonen
Meer of minder realistisch,
waar let je op?
1 / 15
suivant
Slide 1:
Carte mentale
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Meer of minder realistisch,
waar let je op?
Slide 1 - Carte mentale
Meer of minder realistisch kun je zien aan:
de omgeving;
de tijd;
hoe personages met elkaar praten en omgaan;
gedachten, bezigheden en problemen van personages;
de ‘toevalligheid’ van de gebeurtenissen;
fantasie-elementen;
de afloop van het verhaal.
Slide 2 - Diapositive
Meer of minder realistisch?
Is jouw boek meer of minder realistisch en waar zie je dat aan?
Slide 3 - Diapositive
De opbouw van verhalen
Slide 4 - Diapositive
Over taal blok 1: homoniemen en homofonen
Slide 5 - Diapositive
Wat valt je op aan de volgende zinnen?
- Hij besluit zijn spreekbeurt met een quiz.
- De school neemt een besluit over het rooster.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is de betekenis van het woord 'vorst' in de volgende zinnen?
- Soms heb je al vroeg in de winter vorst.
- Sommige landen hebben nog een vorst.
Slide 7 - Question ouverte
Opdracht
Maak zinnen met de volgende woorden: arm, manen, licht en pitten.
Vergelijk jouw zin met die van je buurman of buurvrouw, hebben jullie de woorden in dezelfde betekenis gebruikt?
Slide 8 - Diapositive
Homoniem
Een woord met meerdere betekenissen.
Slide 9 - Diapositive
Wat valt je op aan de volgende zinnen?
- Die bordjes leiden naar de uitgang.
- Veel mensen lijden aan een allergie.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen 'rauw' en 'rouw'?
Slide 11 - Question ouverte
Homofonen
Twee woorden klinken hetzelfde, maar je schrijft ze verschillend en ze hebben ook verschillende betekenissen.
Slide 12 - Diapositive
Kun je homofonen bedenken?
Slide 13 - Carte mentale
Weetje
Er zijn ook woorden die je hetzelfde schrijft, maar die je anders uitspreekt en ook verschillende betekenissen hebben, die noem je
homografen
.
Slide 14 - Diapositive
Opdracht
Maak de opdrachten 3, 4 en 6 van Over taal, blok 1
Klaar? Kijk dan of je een verklaring voor de slechte vertaling in opdracht 5 kunt geven.
Alles af? Pak je leesboek en ga lezen.
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Homoniemen en homofonen
Novembre 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Speel met woorden: een les over homoniemen, tegenstellingen, anoniemen, homofonen, homografen
Juin 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6,7
3M homografen, homoniemen en homofonen
Octobre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Taalbeschouwing: homografen en homofonen
Mars 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Nederlands: Homoniemen
Juin 2021
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
do 3 okt homoniemen en homofonen
Octobre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Over taal blok 1
Octobre 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Homoniemen en homofonen
Septembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3