Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Opzet van de toets
Oefenen met de opzet van de toets
Zelfstandig aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Opzet van de toets
Het werkwoord van pouvoir invullen
Het werkwoord van vouloir invullen
De werkwoorden pouvoir en vouloir gemixt invullen
Zinnen maken met gegeven (werk)woorden
Antwoorden op vragen met gegeven woorden
Franse woorden vertalen naar het Nederlands
Nederlandse woorden vertalen naar het Frans
Slide 3 - Diapositive
Complète la phrase avec le verbe 'pouvoir' Nous (.....) aller au cinéma demain?
Slide 4 - Question ouverte
Complète la phrase avec le verbe 'vouloir' Mon copain (....) aller au supermarché.
Slide 5 - Question ouverte
Traduis le verbe Elles (kunnen) faire la grasse matinée
Slide 6 - Question ouverte
Fais une phrase en français mogen - afmaken - het spel
Slide 7 - Question ouverte
Réponds le question en français avec les mots données. Qu'est-ce qu'il aime porter? (een zwarte hoed)
Slide 8 - Question ouverte
Traduits le mot 'La BD'
Slide 9 - Question ouverte
Traduits le mot 'gebruiken'
Slide 10 - Question ouverte
Zijn er nog vragen voor de toets van maandag?
Slide 11 - Diapositive
HAVO: Oefen bron EFGH met slim stampen. Zorg dat je minimaal een resultaat van 65% behaald op alle onderdelen. Maak schermafbeeldingen van deze resultaten en zet deze in het word bestand onder 'opdrachten' in Teams. Zodra je klaar bent retourneer je het document.
VWO: Maak het onderdeel 'vers 3 vwo' van hoofdstuk 4. Maak de volgende opdrachten via de digitale methode: 19, 20AB, 22, 23 & 24.
Zorg dat je naam zichtbaar is op de plek van de ster op de afbeelding