Woordsoorten steunles

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

les woordsoorten

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

werkwoord

verkleinwoorden

meervouden 

het lidwoord(lw)

Er zijn 3 lidwoorden:  de    het    een

Een lidwoord staat nooit alleen.

Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord.

De tafel, een vriend, het meisje

zelfstandig naamwoord(znw)

Zelfstandig naamwoord is een woord voor:

mensen:                        leerlingen, kok, tante

dieren:                            hamster, koe 

planten :                         tulp, eik

 dingen:                          fietsband, tafel

begrippen:                    vriendschap, respect

Eigennamen:                Rob, Jansen, Arnhem, IJssel

zelfstandig naamwoord

meervoud:                    vriendin-vriendinnen, bericht berichten

verkleinwoorden:       vriendinnetje, berichtje

Lidwoord:                     'de' 'het' of 'een' ervoor zetten 

bijvoeglijk naamwoord(bvn)

- Vertelt iets over een zelfstandig naamwoord

             Sylvester is een stoere filmster.

- Staat vaak voor een zelfstandig naamwoord, maar kan ook               achter het zelfstandig naamwoord staan.

                 De filmster is stoer.

met of zonder -e

Geen -e:

- "het-woorden" waar "een" voor staat: 

                 een vaag verhaal, een geldig paspoort

- "het-woorden" in enkelvoud zonder lidwoord, maar een ander woord, zoals meer, geen, elk, genoeg:

                 geen goed nieuws, elk zwaar voorwerp

Alle andere gevallen met -e .

bijvoeglijk naamwoord

- staat soms verderop in de zin:

Die zangeres is heel goed en is bij het grote publiek bekend. 

bijvoeglijk naamwoord

- kent vaak de trappen van vergelijking:

knap-knapper-knapst

goed-beter-best

bijvoeglijk naamwoord(bvn)

- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:

gouden horloge, plastic zak

- sommige bijvoeglijk naamwoorden komen van een werkwoord:

de beslissende goal, de gebroken arm 

Skaten is de favoriete hobby van Lieke.
In deze zin is 'hobby' een:

1. lidwoord
2. verkleinwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. werkwoord

Skaten is de favoriete hobby van Lieke.
Het woord 'Lieke' is een:

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Toekomstige Marsreizigers zullen veel te lijden hebben van kosmische straling. Het woord 'zullen' is:

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. verkleinwoord

New Yorkers kunnen straks gratis internetten bij speciale wifi-prullenbakken.Het woord 'speciale'

1. bijvoeglijk naamwoord
2. werkwoord
3. verkleinwoord
4. zelfstandig naamwoord

Het gesmolten ijsje lag op de grond. Het woord 'gesmolten' is:

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. verkleinwoord

Maarten heeft een nieuwe mountainbike gekregen. Het woord 'Maarten' is een :

1. bijvoeglijk naamwoord
2. werkwoord
3. verkleinwoord
4. zelfstandig naamwoord

Veel beschermde natuurreservaten zijn open voor betalende bezoekers. Het woord 'betalende' is

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord

Marc eet een opgewarmd pasteitje en twee zoute stengeltjes. Het woord 'stengeltjes' is een:

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. verkleinwoord
4. werkwoord

Op de Domtoren in Utrecht heb je een prachtig uitzicht. De woorden 'Domtoren ' en 'Utrecht' zijn

1. zelfstandige naamwoorden
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. zelfstandige werkwoorden
4. geen van deze antwoorden