1kth2 : WS Infrastructuur en spelling

Welkom

Woordenschat

Infrastructuur
Nederlands
Wat heb je nodig?

Laptop (dicht)
Lesboek, schrift + pen
timer
2:30
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Woordenschat

Infrastructuur
Nederlands
Wat heb je nodig?

Laptop (dicht)
Lesboek, schrift + pen
timer
2:30

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
*Terugblik woordenschat: Verkeer/ Infrastructuur
*Huiswerkcontrole
*Nieuwe uitleg: spelling - meervouden 
*Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Terugblik: Infrastructuur

Slide 3 - Diapositive

Infrastructuur

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Wat is infrastructuur?
Infrastructuur zijn alle voorzieningen en systemen om een samenleving te laten functioneren.

Hoe beter de infrastructuur, hoe groter de economische groei

Slide 6 - Diapositive

Infrastructuur in ons leven

 Transport en mobiliteit
 Waterleiding, Riool, elektriciteit
 Onderwijs en gezondheidszorg
Veiligheid en openbare voorziening

Slide 7 - Diapositive

Transport
(Snel)wegen en spoorlijnen
Bruggen en tunnels
Vliegvelden
Havens, rivieren en kanalen

Maakt reizen en handel mogelijk!

Slide 8 - Diapositive

Communicatie

Glasvezelkabels
Satellieten
Mobiele netwerken

Verbondenheid en informatie!

Slide 9 - Diapositive

Energie

Energiecentrale
 Gasleiding
 Windmolenpark
Hoogspanningslijn

Energie bij huizen en bedrijven!

Slide 10 - Diapositive

Water/Sanitair

Waterleiding 
Riool 
Waterzuivering

Toegang schoon water!

Slide 11 - Diapositive

Sociaal

Onderwijs
Ziekenhuis
Bibliotheken
Parken

Sociale samenlevingen!

Slide 12 - Diapositive

Veiligheid

Politiebureau
Brandweerkazerne
Militaire basis

Waarborgen openbare veiligheid!

Slide 13 - Diapositive

Welke plaatjes horen bij infrastructuur?

Slide 14 - Question de remorquage

Huiswerkcontrole!
Woordenschat

$1 Gezondheid, opdracht 1 t/m 6
$3 Verkeer/ infrastructuur, opdracht 1 t/m 6

Slide 15 - Diapositive

Uitleg: meervouden (spelling)
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op en:
– beest → beesten; vereniging → verenigingen
Daarnaast zijn er zelfstandige naamwoorden met een meervoud op s of ’s:
– dame → dames; buggy → buggy’s

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Zelfstandig werken
Cursus 7 Spelling
$4 Meervouden, opdracht 1 t/m 6
th: blz. 234, $4
kt: blz. 228, $4
Klaar? $5
timer
25:00

Slide 18 - Diapositive