W1.4

Herzlich Willkommen zurück liebe Leute!
Periode 1
Woche 1.4

Es freut mich
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Herzlich Willkommen zurück liebe Leute!
Periode 1
Woche 1.4

Es freut mich

Slide 1 - Diapositive

Heute auf dem Programm

  1. Meme der Woche: typisch Deutsch
  2. Klassendeutsch üben: Sachen leihen
  3. Sich vorstellen: deinen Namen buchstabieren
  4. Hausaufgaben/Deadlines aufschreiben
  5. An die Arbeit: auf Studygo Toets die Sätzen üben

  6. Ziele checken






Lernziele

Am Ende der Stunde....
....kann ich auf Deutsch erzählen
-wie es mir geht, 
-wie ich heiße
-wie alt ich bin
-wo ich wohne
-wie ich meinen Vornamen und Nachnamen/Familiennamen buchstabiere







Slide 2 - Diapositive

Meme der Woche: typisch Deutsch
Was ist typisch Deutsch?

Was ist typisch Niederländisch?



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Klassendeutsch: Schulsachen leihen

Slide 5 - Diapositive

Klassendeutsch Sprechen
Ich habe mein .... vergessen. Hast du ein ..... für mich?
(Ik ben mijn ... vergeten. Heb jij een ... voor mij?)
Ja, ich habe einen ... für dich. (Ja, ik heb een .... voor jou.)
Nein ich habe keinen ... für dich. (Nee, ik heb geen .... voor jou.)


Slide 6 - Diapositive

Wie schreibt man ß Eszett    -->(rechter)alt(gr)+s
Wie sagt man "ß" auf Deutsch?
--> Eszett
Wie schreibt man das „ß“?
Und auf dem Laptop?

 
--> typ alt(gr) aan de rechterkant van je spatiebalk + "s"

Slide 7 - Diapositive

Wie ist dein (Familien)name? Mein (Familien)name ist ...(Vrij) 
Wie schreibt man das? Das schreibt man mit... (Fau- err- ih -jott)

Slide 8 - Diapositive

  1. Hoe ​gaat het met jou?
  2. Met mij gaat het goed/ niet goed.
  3. ​Hoe heet je?
  4. Ik heet..
  5. Hoe spel/schrijf je dat?
  6. Dat schrijft je met ...(spellen)
  7. Hoe oud ben je?
  8. Ik ben 11/12/13 jaar oud.​
  9. Waar kom je vandaan?
  10. Ik kom uit Nederland.
  11. Waar woon je?
  12. Ik woon in....


WIEDERHOLUNG VON LETZTER WOCHE


Wie schreibt man das?
Das schreibt man mit ....

Slide 9 - Diapositive

  1. Hoe ​gaat het met jou?
  2. Met mij gaat het goed/ niet goed.
  3. ​Hoe heet je?
  4. Ik heet..
  5. Hoe spel/schrijf je dat?
  6. Dat schrijft je met ...(spellen)
  7. Hoe oud ben je?
  8. Ik ben 11/12/13 jaar oud.​
  9. Waar kom je vandaan?
  10. Ik kom uit Nederland.
  11. Waar woon je?
  12. Ik woon in....


Wie geht es dir?
Mir geht es gut/ nicht gut
Wie heißt du?
Ich heiße...
Wie schreibt man das?
Das schreibt man .. 
Wie alt bist du?
Ich bin elf/zwölf/dreizehn Jahre alt. 
Woher kommst du?
Ich komme aus den Niederlanden.
Wo wohnst du?
Ich wohne in ...

Slide 10 - Diapositive

Hausaufgaben für die nächste Stunde 
Lernen voor het schrijftoetsje van volgende week: 
de 12 zinnen van het Nederlands naar het Duits uit je schrift (of in het document sich vorstellen op Itslearning) 
(elke dag minimaal 5 minuten maar maximaal 10 minuten)
Hoe? jezelf schriftelijk overhoren en/of met Studygo Toets







Slide 11 - Diapositive

An die Arbeit! 
Leer de zinnen "sich vorstellen" op Studygo -> zelf oefenen -> Toets

Let op! voer je eigen geboortedatum aan, anders moet je betalen 
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Ziele checken:
1. Wie schreibt man deinen Vornamen? Bitte buchstabieren!
2. Wie schreibt man deinen Nachnamen/Familiennamen? Bitte buchstabieren!

Slide 13 - Question ouverte

Gimkit Klassendeutsch Lehrer
https://www.gimkit.com/view/632aff6642ae990021c81659 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

  1. Hoe ​gaat het met jou?
  2. Met mij gaat het goed.
  3. ​Hoe heet je?
  4. Ik heet..
  5. Hoe oud ben je?
  6. Ik ben 11/12/13 jaar oud.​
  7. Waar kom je vandaan?
  8. Ik kom uit Nederland.
  9. Waar woon je?
  10. Ik woon in....
  11. Hoe schrijf je dat?
  12. Dat schrijf je met...


Wie geht es dir?
Mir geht es gut.
Wie heißt du?
Ich heiße ...
Wie alt bist du?
Ich bin elf/ zwölf/dreizehn Jahre alt.
Woher kommst du?
Ich komme aus den Niederlanden.
Wo wohnst du?
Ich wohne in ...
Wie schreibt man das?
Das schreibt man mit...

Slide 17 - Diapositive