3V 30 sept

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Mercredi 30 sept

leerdoel: kennis toetsen van de onregelmatige ww op -ir.

Leesstrategieën toepassen

Wat betekent dormir?

1. vertrekken
2. voelen
3. dienen,bedienen
4. slapen

elle (partir) présent

1. pars
2. part
3. partons
4. partez

je ( sortir) présent

1. sors
2. sort
3. sortons
4. sortez

ils (dormir) présent

1. dormons
2. dormir
3. dorment
4. dormez

nous (sentir) présent

1. sentez
2. sentons
3. sentent
4. sentir

Tu ( servir) p.c

1. as servi
2. as servie
3. es servi
4. es servie

Nous (sentir) imparfait
Wij voelden

1. sentons
2. avons senti
3. sentions
4. sentirons

Il ( sortir) futur
Hij zal uitgaan

1. sort
2. est sorti
3. sortait
4. sortira

vous ( partir) p.c
Jullie zijn vertrokken

1. êtes partis
2. avez parti
3. partiez
4. patirez

Check in duo ex. 26

1) Vergelijk de antwoorden van de opdracht(en) met je buurman of buurvrouw

2) Wanneer jullie antwoorden verschillen moeten jullie het eens worden over het antwoord

3) Bij de terugkoppeling van de docent kunnen jullie vragen stellen over hetgeen waar jullie niet uit zijn gekomen.

4) De opdracht worden daarna niet meer klassikaal besproken.

On continue

Regardez le texte H à la page 14 et 15!

Kijk naar de titel en de afbeeldingen, lees de inleiding en beantwoord de volgende vraag 

Waar denk je dat de tekst over gaat?

Au travail

Faire l'exercice 27,28 et 29

les devoirs

Faire ex. 27,28 et 29

Apprendre vocaulaire A/B en E