Unité 2 A regarder
1 / 21
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
De Franse ouders zijn vaak strenger dan de Nederlandse ouders.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 4 - Quiz
De Franse kinderen mogen de tafel verlaten waneer zij klaar zijn.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 5 - Quiz
De verjaardag van een Frans kind is een heel groot feest.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 6 - Quiz
Familiefeesten zijn erg belangrijk in Frankrijk.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 7 - Quiz
Wanneer er in Frankrijk een bébé (baby) wordt geboren, trakteren de ouders met snoepjes
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
De Franse vinden het fijn als de gordijnen open zijn.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 10 - Quiz
Aan de telefoon wilt een Fransman dat je hem bij zijn naam aanspreekt.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 11 - Quiz
Als je afspreekt bij een Franse familie wordt er verwacht dat je bij hun komt avondeten.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 12 - Quiz
De lunch is de belangrijkste maaltijd van de dag.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 13 - Quiz
Op zondag wordt er niet geluncht in Frankrijk.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)
Slide 14 - Quiz
Wat betekent "âllo" in het Nederlands?
Slide 15 - Question ouverte
Wat betekent "Bon anniversaire" in het Nederlands?
Slide 16 - Question ouverte
Wat betekent "bébé" in het Nederlands?
Slide 17 - Question ouverte
Wat betekent "papi et mamie" in het Nederlands?
