ON H1.3 overbrengingen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Afspraken

Telefoons weg

Spullen bij en op tafel

Lesplanning

0 min    

2 min    Uitleggen doelen deze les

5 min    Theorie uitleg

15 min  Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole

35 min Filmpje

Inhoud	Werkvorm
Ontvangst	Individueel
Herhalen vorige lesdoelen	Klassikaal
Quizz	Klassikaal
Nieuwe Lesdoelen uitleggen	Klassikaal
Huiswerk maken	Samenwerken
Afsluiting herhalen doelen deze les	Klassikaal

Lesplanning

H1.2 Rekenen aan hefbomen

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat een contragewicht is
• Je kunt het zwaartepunt van een voorwerp aangeven
• Je kunt rekenen met de hefboomwet

De hefboom is niet in evenwicht. Voor evenwicht moet...

1. het meisje naar het midden toe schuiven
2. de jongen naar het midden toe schuiven
3. het meisje naar achter schuiven
4. de jongen naar achter schuiven

Is deze hefboom in evenwicht?

1. Ja
2. Nee

Is de hefboom in evenwicht?

F​1​​×l​1​​=F​2​​×l​2​​

F​1​​×l​1​​=F​2​​×l​2​​

F​l​​×A​l​​=F​r​​×A​r​​

1. De hefboom is in evenwicht.
2. De hefboom is niet in evenwicht.

F bij hefboom a is

F​l​​×A​l​​=F​r​​×A​r​​

1. 29 N
2. 9 N
3. 130Nm
4. 4100Nm

F bij hefboom b is

F​l​​×A​l​​=F​r​​×A​r​​

1. 29 N
2. 54 N
3. 130Nm
4. 4100 Nm

Is de hefboom in evenwicht?

F​1​​×l​1​​=F​2​​×l​2​​

F​1​​×l​1​​=F​2​​×l​2​​

F​l​​×A​l​​=F​r​​×A​r​​

1. De hefboom is in evenwicht.
2. De hefboom is niet in evenwicht.

H1.3 Overbrengingen

Leerdoelen

• Je kunt rekenen met tandwielen
• Je kunt rekenen met katrollen
• Je kunt benoemen hoe je met vaste en losse katrollen, takels en tandwieloverbreningen je spierkracht kan omzetten in werkkracht.

Overbrengingen

Overbrengingen

• De arbijd die nodig is blijft altijd gelijk
• Met de overbrenging kan je de
  spierkracht verkleinen die nodig is, net als bij een hefboom.
• Arbijd blijft hetzelfde, dus als de spierkracht kleiner wordt, wordt de afgelede weg groter. Denk aan een fiets in een lichte versnelling.

Overbrengingen

• Tandwielen = tanden tellen, verhouding tussen de tandwielen bepaald de snelheid en kracht.
• Katrollen, iets moeilijker:
• De verhouding tussen de werkkracht en de spierkracht is gelijk aan het aantal touwen waar de last aan hangt.

Zelfstandig werken

• Maak minstens 7 opgaven van voldoende: 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35
  
• Een opgave van expert: 36, 37
  

H1.3 Evaluatie Leerdoelen

Leerdoelen

• Je kunt rekenen met tandwielen 
  
• Je kunt rekenen met katrollen
  
• Je kunt benoemen hoe je met vaste en losse katrollen, takels en tandwieloverbreningen je spierkracht kan omzetten in werkkracht.

Huiswerk nakijken

• Je kunt uitrekenen hoe groot de zwaartekracht op een voorwerp is
  
• Je kunt 5 voorbeelden van gereedschappen met hefbomen noemen
  
• Je kunt het draaipunt, spierkracht, werkkracht, armen en werklijn tekenen
  
• Je kunt bij een hefboom herkennen of de spierkracht of de werkkracht het grootst is
  
• Je kunt van een voorwerp aangeven of het stabiel staat

Samenwerken

• Overleggen mag
• Lees H1.2 door en begin aan opgave 13 T/M 24
  
• Het huiswerk is opgave 13 t/m 24