Paragraaf 5.4

Welkom DH32
Ga zitten, pak je laptop en ga naar LessonUp.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom DH32
Ga zitten, pak je laptop en ga naar LessonUp.

Slide 1 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 2 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 3 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Nu gaan we het omgekeerde doen.
Om een factor voor het wortelteken te krijgen. 
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 4 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Nu gaan we het omgekeerde doen.
Om een factor voor het wortelteken te krijgen. 
24=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 5 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Nu gaan we het omgekeerde doen.
Om een factor voor het wortelteken te krijgen. 
24=46
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 6 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Nu gaan we het omgekeerde doen.
Om een factor voor het wortelteken te krijgen. 
24=46=26=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 7 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Nu gaan we het omgekeerde doen.
Om een factor voor het wortelteken te krijgen. 
24=46=26=26
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 8 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Nu gaan we het omgekeerde doen.
Om een factor voor het wortelteken te krijgen. 
24=46=26=26
Breng altijd een zo groot mogelijke factor voor het wortelteken. 
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 9 - Diapositive

Een factor voor het wortelteken brengen.
Om een factor voor het wortelteken te brengen, heb je een kwadraat nodig. 
Daar kan je namelijk de wortel van trekken. 
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 10 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=
Aantal voorbeelden
328=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 11 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=
Aantal voorbeelden
328=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 12 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 13 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 14 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 15 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 16 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=1820=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 17 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=1820=1845=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 18 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=1820=1845=1825=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 19 - Diapositive

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=1820=1845=1825=365
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 20 - Diapositive

Herleid
36=
A
18
B
3
C
32
D
9

Slide 21 - Quiz

Herleid

31143=
A
733
B
1233
C
411
D
123

Slide 22 - Quiz

Herleid

6549=
A
2445
B
725
C
2445
D
725

Slide 23 - Quiz

Wortels delen.
Voor het delen van wortels geldt:
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
ba=ba

Slide 24 - Diapositive

Wortels delen.
Voor het delen van wortels geldt:

Voorbeeld:

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
ba=ba
26=

Slide 25 - Diapositive

Wortels delen.
Voor het delen van wortels geldt:

Voorbeeld:

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
ba=ba
26=26=

Slide 26 - Diapositive

Wortels delen.
Voor het delen van wortels geldt:

Voorbeeld:

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
ba=ba
26=26=3

Slide 27 - Diapositive

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
Andere voorbeelden.
721=
2353=
6548=

Slide 28 - Diapositive

Herleid:

318
A
18
B
9
C
3
D
6

Slide 29 - Quiz

Herleid:

540
A
22
B
8
C
35
D
200

Slide 30 - Quiz

Wortel van een breuk.
Worteltrekken van een breuk gaat als volgt.

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
254=

Slide 31 - Diapositive

Wortel van een breuk.
Worteltrekken van een breuk gaat als volgt.

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
254=254=

Slide 32 - Diapositive

Wortel van een breuk.
Worteltrekken van een breuk gaat als volgt.

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
254=254=52

Slide 33 - Diapositive

Aan de slag

Wiskunde A/ geen wiskunde:
47 t/m 54
blz. 182 t/m 184
Aan de slag

Wiskunde B
48 t/m 50 + 52 t/m 59
blz. 182 t/m 185

Slide 34 - Diapositive