Hoofdstuk 1

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Bij natuurkunde leer je.....
A
bij natuurkunde leer je hoe stoffen veranderen
B
Bij natuurkunde leer je over verschijnselen en stoffen die hetzelfde blijven

Slide 3 - Quiz

Wat is scheikunde?
A
De opleiding tot domme olifant met een roze muts
B
de wetenschap voor natuur
C
De wetenschap die de verschillende klimaten onderzoekt
D
De medicijnen wetenschap

Slide 4 - Quiz

Wat is een natuurkundig proces?
A
verdampen van water
B
uitharden van beton
C
koken van aardappels
D
slijten van schoenen

Slide 5 - Quiz

Wat is een natuurkundige grootheid?
A
dat wat je kunt meten of berekenen in de natuurkunde
B
dat wat een getal een betekenis geeft in de natuurkunde
C
een beroemde natuurkundige zoals Einstein

Slide 6 - Quiz

Wat hoort NIET bij natuurkunde?
A
Vogels leggen eieren.
B
Hoe ontstaat een regenboog?
C
's Zomers kan je beter lichte kleding dragen.
D
Een batterij geeft elektrische stroom.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat staat er in een onderzoeksvraag?
A
Het antwoord op de vraag
B
Wat je wil ontdekken met het onderzoek
C
Wat je nodig hebt om te onderzoeken
D
Hoe je gaat onderzoeken

Slide 10 - Quiz

wat is een onderzoeksvraag
A
Daarin staat wat je wilt ontdekken.
B
Dat de dokter je gaat onderzoeken
C
Dat het 100 graden Celsius is.
D
Dat de leerkracht beter moet opletten

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat doe je als eerst bij een practicum?
A
Je pakt de materialen
B
Je leest de opdracht door
C
Je gooit van alles bij elkaar
D
Je gaat kletsen met je groep

Slide 15 - Quiz

Het belangrijkste bij een practicum is:
A
Iets leren
B
Plezier hebben
C
Samenwerken
D
Veiligheid

Slide 16 - Quiz

Wat is geen veiligheidsregel tijdens het practicum
A
Eet en drink niet in het practicumlokaal
B
Houd je stipt aan de voorschriften
C
Schrijf waarnemingen op in je schrift
D
Werk rustig en geconcentreerd

Slide 17 - Quiz

Wat is een practicum?
A
Een eng beest
B
Een moeilijk woord voor bloed
C
Onderwijs waarbij je zelf aan de slag gaat
D
Een buitenles

Slide 18 - Quiz

Wat is moet je niet doen bij een practicum in het lab?
A
Altijd een veiligheidsbril dragen
B
Lang haar in een staart dragen
C
Je tas onder de tafel opbergen
D
Je labjas dragen en dichtknopen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Welk practicum materiaal is dit?
A
Maatbeker
B
Maatcillinder
C
Erlenmeyer
D
Reageerbuis

Slide 21 - Quiz

Welk practicum materiaal is dit?
A
Maatbeker
B
Maatcillinder
C
Erlenmeyer
D
Kookkolf

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Gevarensymbool
A
Schadelijk
B
Explosief
C
Lichtontvlambaar
D
Gasgevaar

Slide 24 - Quiz

Wat betekent dit Symbool?
A
Oxiderend
B
Milieugevaarlijk
C
Giftig
D
Ontplofbaar/ explosief

Slide 25 - Quiz

Wat betekent dit Symbool?
A
Bijtend
B
Giftig
C
Ontvlambaar
D
Lange termijn gezondheidsgevaarlijk

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Hoeveel soorten vlammen kan je maken met de gasbrander?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quiz

Welke soort vlam kun je NIET met een gasbrander maken?
A
gele
B
blauwe
C
ruisende
D
rode

Slide 31 - Quiz

Je zet de gasbrander aan. Hoe ziet je pauzevlam eruit?
A
Geel
B
Kleurloos
C
Ruisend

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Welke eenheid is GEEN eenheid van tijd?
A
seconde
B
uur
C
jaar
D
stopwatch

Slide 36 - Quiz

Wat is de grootheid
A
dichtheid
B
massa
C
volume
D
lengte/ afstand

Slide 37 - Quiz

De grootheid is:
A
Kilometer
B
Afstand

Slide 38 - Quiz

Met een maatcilinder kan je een grootheid meten. Welke grootheid?
A
massa
B
lengte
C
temperatuur
D
volume

Slide 39 - Quiz

welke van de onderstaande eenheden is GEEN eenheid van lengte
A
km
B
km/uur
C
m
D
mm

Slide 40 - Quiz

Grootheid of eenheid?
Selecteer alle grootheden!
A
Meter
B
Tijd
C
Afstand
D
Graden Celcius

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

omrekenen 1km=
A
100 m
B
100hm
C
1000m
D
100cm

Slide 43 - Quiz

Omrekenen

6,5dL=...mL
A
65
B
0,65
C
650
D
6500

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Diapositive

Deze thermometer is een .... meetinstrument.
A
digitaal
B
analoog

Slide 46 - Quiz

Hoeveel graden geeft de eerste thermometer aan?
A
5
B
5 graden
C
5°C

Slide 47 - Quiz

Hoeveel graden geeft de tweede thermometer aan?
A
20
B
20 graden
C
20°C

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Diapositive

Zijn er nog onderdelen welke je lastig vind? Zo ja welke?

Slide 51 - Question ouverte

Wat ga jij voor je toets halen denk je?
0100

Slide 52 - Sondage