Les 2: Warmte

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Les 2: Warmte
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg paragraaf 2 
  • Wisbordjes
  • Aan de slag met opdrachten 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Planning
Huiswerk: 3.2 opdracht 1 t/m 8

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt op deeltjesniveau uitleggen wat warmte is. 
  2. Je kunt het symbool van temperatuur, de bijbehorende eenheden Kelvin en graden Celsius én de symbolen daarvan opnoemen. 
  3. Je kunt de temperatuur van graden Celsius naar Kelvin omrekenen en andersom. 
  4. Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen. 
  5. Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt. 
  6. Je kunt het verschil uitleggen tussen een vloeistofthermometer en een digitale thermometer. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Kou
  • Kou is de afwezigheid van warmte. De moleculen bewegen langzamer als warmte afneemt.  
  • Fiets aanraken in de schuur
  • Hoe koud kan het maximaal worden? 

Slide 12 - Diapositive

Temperatuur
  • Grootheid - twee eenheden
  • Uitvinding 
  • Omrekenen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Digitale thermometer

Slide 15 - Diapositive

Wisbordjes

Slide 16 - Diapositive

1. Hoe gedragen moleculen zich als een stof wordt verwarmd? 

Slide 17 - Diapositive

De moleculen gaan sneller bewegen.

Slide 18 - Diapositive

2. Wat zijn de twee symbolen voor de eenheden van temperatuur?

Slide 19 - Diapositive

K en °C

Slide 20 - Diapositive

3. Hoeveel graden Celsius is 367 Kelvin? 

Slide 21 - Diapositive

94°C

Slide 22 - Diapositive

4. Als water af koelt van 100 ⁰C naar 80 ⁰C, met hoe veel Kelvin is de temperatuur dan afgenomen?

Slide 23 - Diapositive

20 Kelvin

Slide 24 - Diapositive

5. Wat gebeurt er met een vloeistofthermometer als die op een warme zomerdag in koud water wordt geplaatst? Noem hierbij de verschillende onderdelen van een vloeistofthermometer. 

Slide 25 - Diapositive

- De stof in de thermometer wordt kouder. 
- De stof wordt kleiner.
- De stof daalt in de stijgbuis.
- Vanaf de schaalverdeling is af te lezen dat het kouder is geworden.

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag!
3.2 opdracht 1 t/m 8

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt op deeltjesniveau uitleggen wat warmte is. 
  2. Je kunt het symbool van temperatuur, de bijbehorende eenheden Kelvin en graden Celsius én de symbolen daarvan opnoemen. 
  3. Je kunt de temperatuur van graden Celsius naar Kelvin omrekenen en andersom. 
  4. Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen. 
  5. Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt. 
  6. Je kunt het verschil uitleggen tussen een vloeistofthermometer en een digitale thermometer. 

Slide 28 - Diapositive