Zakelijk lezen herhaling (oefentekst Artis-leeuwen)

Welkom HV1a
Nederlands
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom HV1a
Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Terugblik leesvaardigheid stof.
  2. Oefentekst maken (keuze)
  3. Doorgeven leesboek periode 3.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze week...

  • weet je weer wat je aan theorie over leesvaardigheid hebt gehad.

  • kun je aangeven welke onderdelen voor jou nog lastig zijn. 

  • kun je beoordelen op welke manier jij het beste de stof uit de eerste periode kunt herhalen.

  • kun je zelfstandig een zakelijke tekst lezen en vragen daarover beantwoorden.

Slide 3 - Diapositive

Aan de slag
4.1: Onderdeel E > Voortgangstoets
4.2: Onderdeel E > Voortgangstoets
4.3: Onderdeel E > Voortgangstoets

Dus je maakt drie voortgangstoetsen voor vrijdag!

Slide 4 - Diapositive

Terugblik
  • Zakelijke teksten.
  • Titel + ondertitel + tussenkopjes.
  • Zin of regel + alinea's.
  • Hoofgedachte + (deel)onderwerp.
  • Leesstrategieën.
  • Bron en citaten.
  • Kernzin.
  • Opbouw van een tekst.
  • Verwijswoorden.
  • Woordraadstrategieën. 

Slide 5 - Diapositive


Ik ga de oefentoets...
Klassikaal met meneer de Vries doornemen.
In een break-out room met klasgenoten maken.
Zelfstandig maken.

Slide 6 - Sondage

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het belangrijkste doel van de tekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 8 - Quiz

Meerkeuzevragen
Wat is het belangrijkste doel van de tekst?
A. Informeren
B. Overtuigen
C. Activeren
D. Amuseren

Lees de opties goed door, vaak staan er al een aantal antwoorden bij die sowieso niet goed zijn. Streep die weg!

De overige twee zouden allebei kunnen, denk goed na en kies wat voor jouw gevoel het meest logisch is. Probeer je keuze uit te leggen voor jezelf. 

Let niet op het aantal keer A/B/C/D.

Slide 9 - Diapositive

Waarom moeten de leeuwen verhuizen?

Slide 10 - Question ouverte

Open vragen
Waarom moeten de leeuwen verhuizen?
De leeuwen moeten verhuizen omdat Artis vindt dat ze een ruimer verblijf nodig hebben, maar geen geld heeft om dat nu te bouwen.

Lees de vraag goed door, wat wil de docent eigenlijk weten? (Waarom > reden)

Als er een open vraag gesteld wordt, is het handig om het antwoord te beginnen met een deel van de vraag. Je weet dan zeker dat je ook echt antwoord geeft op de vraag.

Slide 11 - Diapositive

Waarnaar verwijst het woordje 'het' in regel 14?

Slide 12 - Question ouverte

Waarnaar verwijst het woordje 'dat' in regel 20?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een van de eisen die tegenwoordig aan
dierenverblijven worden gesteld?

Slide 14 - Question ouverte

In regel 36 staat het signaalwoord 'omdat', wat voor verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Opsomming
B
Oorzaak - gevolg
C
Reden / verklaring
D
Conclusie

Slide 15 - Quiz

In regel 36 staat het woord 'gaandeweg', wat betekent dit woord?
A
Opeens en onverwachts
B
Langzaam maar zeker
C
Over/langs de weg
D
Een klein beetje

Slide 16 - Quiz

In regel 41 staat het signaalwoord 'maar', wat voor verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Voorbeeld / toelichting
B
Tegenstelling
C
Reden / verklaring
D
Conclusie

Slide 17 - Quiz

Waarnaar verwijst het woordje 'daar' in regel 45?

Slide 18 - Question ouverte

In regel 47 staat het woord 'florissante', wat betekent florissant?
A
bekend
B
interessant
C
normaal
D
gunstig

Slide 19 - Quiz

In regel 48 staat het signaalwoord 'zoals', wat voor verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Voorbeeld / toelichting
B
Tegenstelling
C
Reden / verklaring
D
Conclusie

Slide 20 - Quiz

In regel 62 staat het signaalwoord 'ook', wat voor verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Conclusie
B
Tegenstelling
C
Reden / verklaring
D
Opsomming

Slide 21 - Quiz

Lees het stukje onder 'Campagne' nog eens.
Wat is er minstens nodig om weer leeuwen in Artis rond te laten lopen?

Slide 22 - Question ouverte

Citeer de kernzin van de laatste alinea (de tekst onder het kopje Campagne).

Slide 23 - Question ouverte

Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
Artis heeft zich door de jaren heen goed ontwikkelt, maar ze moeten nu grotere verblijven bouwen voor de dieren.
B
Artis wilde dit jaar starten met de bouw van een nieuw en veel beter verblijf voor de leeuwen, maar moet daar vanwege grote financiële tekorten van afzien.
C
Artis moet afscheid nemen van drie leeuwen, omdat ze geen geld hebben voor een groter en beter verblijf.
D
Artis is in januari de campagne #vergeetARTISniet begonnen om financiële steun te krijgen van het publiek voor het bouwen van grotere verblijven.

Slide 24 - Quiz

Schrijf 2 dingen op die erg goed gingen bij het maken van de oefentekst.

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf 1 ding op dat minder goed ging bij het maken van de oefentekst.

Slide 26 - Question ouverte


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 27 - Sondage


Nog iets anders, namelijk...

Slide 28 - Question ouverte