13/11 grammatica en pitch 2H6

vrijdag 13/11 2H6
  • lezen (10 min.)

  • korte uitleg grammatica/samen zinnen oefenen (zie klas 2h)
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

vrijdag 13/11 2H6
  • lezen (10 min.)

  • korte uitleg grammatica/samen zinnen oefenen (zie klas 2h)

Slide 1 - Diapositive

Wat is een pitch?
Een pitch is een korte beschrijving van een film die nog gemaakt moet worden.
Er moeten investeerders gezocht worden om deze film te maken. Je probeert de investeerders (= de klas) te overtuigen van jouw idee.
Tijd: 1-1,5 minuut
Inhoud: zie volgende dia

Slide 2 - Diapositive

Wat komt er in je pitch?
  • de titel van de film (of van het boek dat je gaat verfilmen); 
  • in een zin waar het boek/ de film over gaat; 
  • wat voor soort film het wordt;
  • wie de hoofdpersonen zijn (+ eventuele acteurs);
  • wat de filmlocatie zal zijn
  • welke problemen in de film aan de orde komen en hoe men die probeert op te lossen;
  • waarom het boek zo geschikt is om te verfilmen;
  • wat jij voor bijzonders van die film zult maken;

- waarom er veel publiek op af zal komen.

Slide 3 - Diapositive

presentatievorm
Je mag zelf kiezen welke vorm je hiervoor gebruikt. Belangrijk is dat je alleen een spiekbriefje met steekwoorden gebruikt.
Als je een PowerPoint-presentatie wil gebruiken, mag je alleen foto's of plaatjes zonder tekst laten zien.

Slide 4 - Diapositive

Wat is belangrijk om een presentatie goed te laten verlopen?

Slide 5 - Question ouverte

Dus..
  • Ga niet voorlezen, maar gebruik alleen een spiekbriefje
  • praat rustig en verstaanbaar
  • sta rechtop/handen uit je zakken
  • kijk de klas in/aan
  • probeer overtuigend te spreken/zorg dat je enthousiast bent
  • ga vooraf veel oefenen met een timer 

Slide 6 - Diapositive

Pitch leesboek
 lezen uitleg op ELO
Overige tijd: boek lezen + voorbereiden pitch

Slide 7 - Diapositive

Portfolio-opdracht
Dat zoeken we uit!
Hoe haal je een brommerrijbewijs? Waarom knabbelen visje in een schoonheidsalon aan je voeten? Hoe word je precies bodybuilder? Wat zit er in haarlak en gel en is het wel goed voor je haar? 

Weet jij hoe het zit? Nee? We gaan het uitzoeken!

Slide 8 - Diapositive

Nederlands boek blz. 21
Lees de opdracht.  

Slide 9 - Diapositive

Presenteren kun je leren!
Zie Presentatietips!

Slide 10 - Diapositive

Wat is belangrijk bij presenteren?
ALG. presentatie tips!

Slide 11 - Diapositive

Lezen stappenplan blz. 22
Let op beoordelingsformulier!

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
Tweetallen maken en het stappenplan gaan volgen van blz. 22. 

Slide 13 - Diapositive

Uiteindelijk inleveren en in het portfolio:

  • A-4 met de uitwerking van stappenplan per stap. 
  • Presentatie. 
  • Beoordelingsformulier

Slide 14 - Diapositive

Samenwerking:


Maak 2-tallen. Een goede samenwerking is niet direct met een vriend/vriendin.
Denk aan de dingen die belangrijk zijn bij samenwerken zoals:


Luisteren naar elkaar.
Houden aan de afspraken.



Slide 15 - Diapositive

Presentatie zijn op vrijdag 8 september!



Slide 16 - Diapositive

Les 2:

A-4 met stappenplan:

Stap 1: onderwerp

Stap 2: 8 vragen

Stap 3: via welke bronnen heb je het antwoord op de vragen gevonden? (2 verschillende bronnen moet je raadplegen)

Stap 4: welke informatie heb je uit welke bron gehaald?

Stap 5: Schrijf op wat je aan je klasgenoten gaat vertellen en welke verdeling jullie hebben gemaakt.

Slide 17 - Diapositive

Wat presenteer je nu eigenlijk?

Inleiding:

  • Je vertelt waarom heb je dit onderwerp gekozen en welke bronnen je hebt gebruikt.

Middenstuk:

  • Je hebt 8 vragen bedacht en hier geef je in het middenstuk antwoord op.

Slot:

  • Je vertelt welke bron de meeste informatie opleverde en vraagt of je klasgenoten nog vragen hebben.



Slide 18 - Diapositive

Presenteren is:
A
Je verhaal vertellen
B
Je verhaal boeiend vertellen
C
Boeiend vertellen, je lichaamshouding aanpassen en ondersteunen met beeldmateriaal
D
Boeiend vertellen en na afloop vragen stellen.

Slide 19 - Quiz

Verbaal communiceren is:
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Alleen je lichaamstaal gebruiken

Slide 20 - Quiz

Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken

Slide 21 - Quiz