Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Indexcijfers
Slide 1 - Diapositive
Wat hebben jullie gedaan in de vakantie?
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
Indexcijfers
Oefenopdrachten
Volgende les
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Aan het einde van de les kan je rekenen met indexcijfers
Slide 4 - Diapositive
Indexcijfers
Een indexcijfer is een verhoudingsgetal dat de daling of stijging van cijfers uit een verslagperiode ten opzichte van een basisperiode laat zien
Slide 5 - Diapositive
Belangrijk
Basisjaar: de periode waarmee je alle andere periodes vergelijkt bij de berekening van de indexcijfers, noem je het basisjaar. Het basis heeft altijd 100 als indexcijfer!
Slide 6 - Diapositive
Belangrijk
Verslagjaar: je wilt een indexcijfer bereken voor een bepaalde periode, oftewel het verslagjaar. Daarvoor deel je de waarde van dat jaar door de waarde van het basisjaar en vermenigvuldig je de uitkomst met 100.
Slide 7 - Diapositive
Drie indexcijfers
Prijsindexcijfer: Hiermee meet je de veranderingen in prijzen gedurende een bepaalde periode
Hoeveelheidsindexcijfer: Hiermee meet je de veranderingen in de hoeveelheden gedurende een bepaalde periode.
Waarde-indexcijfer: hiermee meet je de veranderingen in de omzet gedurende een bepaalde periode.
Slide 8 - Diapositive
Formule + voorbeeld
Indexcijfer = waarde verslagjaar / waarde basisjaar x 100
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Laatste stof
Slide 11 - Diapositive
Aan de slag
Maak opdracht 1 en 3! de rest kan je gebruiken om thuis te oefenen.