Klas 2M 20232024 Thema C

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

THEMA C  

KUNST

Klas 2HV

Ga alvast in de LessonUp.

Zie code onderin het scherm.

• Je weet hoe een thema in elkaar zit.
• Je kunt een eigen definitie geven aan het begrip 'kunst'.
• Je maakt de introductie van Thema C

Lesdoelen

In deze les gaan we:

• Beginnen aan Thema C;
• kijken hoe zo'n thema in elkaar zit;
• in gesprek over het begrip kunst;
• vooruitblikken op de komende lessen.

Waaraan denk je bij het woord 'kunst'?

paragraaf 1: Wat is kunst? 

Je krijgt met je groepje een envelop met 25 kaartjes.

Maak twee groepen van de plaatjes.

Links leg je de plaatjes waarvan jullie vinden dat het kunst is.

Rechts leg je de plaatjes waarvan jullie vinden dat het geen kunst is. 

Welke nummers vinden jullie kunst?

Waarom vind je dit kunst?

Mening      =  wat je vindt.

Argument =  waarom je iets vindt.

                           signaalwoorden: want, omdat, immers, namelijk

Wat heb je geleerd?

Thema C Paragraaf 2  Aantekeningen maken

Paragraaf 2 Aantekeningen maken

We kijken de video-uitleg met theorie (blz 156)

We maken opdracht 1 t/m 6

apps.noordhoff.nl

Wat belangrijk is in een tekst, noem je hoofdzaken. Minder belangrijke dingen noem je bijzaken. De hoofdzaken staan vaak in de inleiding (het begin) of het slot (het einde) van de tekst. Ze staan ook in de kernzinnen. Dit is vaak de eerste of laatste zin van een alinea.

Hoofdzaken

Bekijk de video in de volgende dia. Welke spreekwoorden hoor je?

Welke spreekwoorden heb je gehoord?

Opdracht 1 en 2 (blz 156 en 157)

Maak de vragen van opdracht  1 en 2 (blz 156 en 157)

Wat weet je van Vincent van Gogh?

Opdracht 3 (blz 158)

Maak opdracht 3.

Welk werk is niet van Vincent Van Gogh?

1. 
2. 
3. 
4. 

Opdracht 4

Werk in tweetallen.

- Leerling 1 leest een alinea voor van tekst 3.  Leerling 2 luistert en schrijft de hoofdzaken op. 

- Daarna wisselen jullie. Vul de hoofdzaken in in een schema zoals hierboven.

- Doe dit voor de hele tekst. 

- Alinea 1 en 2 krijg je dus al cadeau, maar lees ze wel! 

Maak daarna ook vraag 3 en 4 van opdracht 4.

Jullie bespreken de opdrachten met de klas na.

Opdrachten

Maak opdracht 5 (blz 159) en opdracht 6 (blz 159/160. 

(Zie ook de sleepvraag op de volgende bladzijde)

fascinatie

introduceerde

decennium

fotogenieke

locaties

in verval zijn

plekken

periode van 10 jaar

Iets nieuws inbrengen

betovering, heel geboeid zijn

altijd mooi op de foto

in mindere toestand

Kies een artikel

• Vertel straks aan de klas wat je nog meer te weten bent gekomen over een kunstwerk.
• Welke moeilijke woorden heb je gevonden?

www.nu.nl

Paragraaf 4: Meningen beoordelen

apps.noordhoff.nl

Opdracht 1

Lees de vragen bij opdracht 1 (blz 161)

Bekijk daarna het filmpje van RTV Rijnmond. Maak aantekeningen tijdens het kijken.

Beantwoord daarna de vragen.

apps.noordhoff.nl

Opdracht 2 blz 161

Lees vraag 1 t/m 6 op blz 161. 

Bekijk daarna het fragment uit De Klas. 

Maak aantekeningen tijdens het kijken.

Opdracht 3 blz 1 (162maar dan anders) 

Doel: Oefenen met argumenten en luisteren naar elkaar.

Per rij krijg je een kunstwerk.

Werk in tweetallen. 

- Vinden jullie het kunstwerk wel of geen kunst?  

- Bedenk ten minste drie argumenten bij jullie mening. 

                Een argument legt een mening uit en begint met 'want' of 'omdat'.  

- Zorg ervoor dat de anderen je argumenten nog niet horen!

- Gebruik het artikel bij jouw kunstwerk voor meer informatie.

Dit kan je helpen bij het bedenken van goede argumenten:

Argumenten beginnen met 'want' of 'omdat' (of 'namelijk').

Argumenten zijn vaak:

voorbeelden (je eigen ervaring bijvoorbeeld)

feiten (iets met onderzoek, percentages, getallen)

oorzaken/gevolgen (wat is het gevolg van een stelling?)

emoties (welk gevoel roept iets op)

nut (waar is het goed voor?)

vergelijking (waar doen/vinden ze hetzelfde, bv in een ander land?)

autoriteit (wie heeft er verstand van en zegt het ook?)

Dit zijn de kunstwerken:

Argumenten uitwisselen

Per rij vertellen we om de beurt eerst onze mening en daarna het argument daarbij. 

Luister goed naar elkaar, zodat je geen argumenten herhaalt.

Als je herhaalt ben je af. Hoe vaak kunnen we de hele rij door?

De rij met de meeste nieuwe argumenten heeft gewonnen.

De andere rijen luisteren goed en steken hun hand op als ze een argument niet duidelijk genoeg vinden. 

Degenen die aan de beurt zijn, onderbouwen het dan beter (= leggen beter uit wat ze bedoelen.)

paragraaf 5: Discussiëren

paragraaf 6: Recensies lezen

apps.noordhoff.nl

opdrachten

Maak opdracht 1 t/m 4

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?