Medicijngroepen: Inzicht in de Werking en Toepassingen

Medicijngroepen: Inzicht in de Werking en Toepassingen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Medicijngroepen: Inzicht in de Werking en Toepassingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste kenmerken van verschillende medicijngroepen benoemen en begrijpen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over verschillende medicijngroepen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Analgetica
Analgetica zijn pijnstillers die worden gebruikt om pijn te verlichten zonder de oorzaak van de pijn te behandelen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antibiotica
Antibiotica zijn geneesmiddelen die bacteriële infecties bestrijden en bacteriën doden of hun groei remmen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anticoagulantia
Anticoagulantia, ook wel bloedverdunners genoemd, helpen bloedstolsels te voorkomen en te behandelen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antidiabetica
Antidiabetica worden gebruikt om de bloedsuikerspiegel te verlagen en te controleren bij mensen met diabetes.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anti-epileptica
Anti-epileptica worden voorgeschreven om epileptische aanvallen te voorkomen of te verminderen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Corticosteroïden
Corticosteroïden hebben ontstekingsremmende eigenschappen en worden gebruikt bij ontstekingsziekten en allergische reacties.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cytostatica
Cytostatica remmen de groei of verspreiding van kankercellen en worden gebruikt bij de behandeling van kanker.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diuretica
Diuretica, ook wel plaspillen genoemd, verhogen de urineproductie en worden gebruikt bij de behandeling van oedeem en hoge bloeddruk.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen
Hormonen zijn chemische boodschappers die verschillende lichaamsfuncties reguleren en worden gebruikt bij hormonale aandoeningen en tekorten.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Laxantia
Laxantia zijn middelen die de stoelgang bevorderen en worden gebruikt bij obstipatie en darmproblemen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maagmiddelen
Maagmiddelen worden gebruikt bij maagklachten en zure oprispingen, en helpen bij het reguleren van de zuurgraad in de maag.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antihypertensiva
Antihypertensiva, ook wel bloeddrukverlagende middelen genoemd, helpen bij het verlagen van hoge bloeddruk.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychofarmaca
Psychofarmaca zijn medicijnen die worden gebruikt bij de behandeling van psychische aandoeningen en stoornissen.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slaapmiddelen
Slaapmiddelen helpen bij het bevorderen van slaap en worden gebruikt als behandeling voor slapeloosheid en slaapstoornissen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhalatiemedicijnen
Inhalatiemedicijnen worden ingeademd en zijn bedoeld voor de behandeling van ademhalingsproblemen zoals astma en COPD.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.