Havo 3 7.3 en 7.4

Havo 3 7.3 en 7.4
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Havo 3 7.3 en 7.4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wij spreken van negatieve reël rente als:
A
inflatie lager dan de rentepercentage is
B
inflatie hoger dan de rentepercentage is
C
inflatie gelijk is aan de rentepercentage

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de reële rente in 2017
A
1,1%
B
1,7%
C
-0,5%
D
0,5%

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de reële rente in 2015
A
1,5%
B
1,9%
C
1.1%
D
1,1%

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de miljoenennota?
A
Hetzelfde als de rijksbegroting.
B
Dat leest de koning voor op Prinsjesdag.
C
De uitleg van de rijksbegroting.
D
De grafieken in de rijksbegroting.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een rijksbegroting?
A
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de rijk
B
Het grote romeinse rijk
C
Toelichting op de inkomsten en uitgaven
D
Inkomsten en uitgaven van Mevr. Polat

Slide 6 - Quiz

Rijksbegroting
Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk voor het komende jaar.
Investeren is:
A
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
B
Het kopen van nieuwe consumptiegoederen
C
Het in dienst nemen van geschoolde werknemers
D
Het in dienst nemen van ongeschoolde werknemers

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een indirecte belasting?
A
Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt
B
Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt
C
Een belasting die je via een winkelier/leverancier aan de overheid betaalt

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van directe belastingen is..
A
de BTW die je betaalt als je afrekent bij Albert Heijn
B
de belasting die je betaalt over je loon
C
de accijns die je betaalt op een liter benzine
D
toeristenbelasting die je als toerist in een hotel betaalt

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan de overheid doen als zij een begrotingstekort hebben?
A
De belastingen verlagen
B
Meer geld uitgeven aan de gezondheidszorg
C
Bezuinigen op uitgaven
D
Niks

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Investeren is:
A
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
B
Het kopen van nieuwe consumptiegoederen
C
Het in dienst nemen van geschoolde werknemers
D
Het in dienst nemen van ongeschoolde werknemers

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions