Les reactievergelijkingen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Scheikunde 3a

- Eerst even elementen etc. oefenen...

- Wat is verbanden en ontleden?

- 3 keuzes!

Voor de toets moet je in ieder geval weten...

De namen en symbolen van enkele elementen

Rekenen met massaverhoudingen

Reactievergelijking opstellen en kloppend maken

Een simpel molecuul kunnen tekenen

H =

1. zuurstof
2. stikstof
3. koolstof
4. waterstof

Fe =

1. Ijzer
2. Goud
3. Staal
4. Lood

K =

1. Fosfor
2. Natrium
3. Kalium
4. Krypton

Hg =

1. Lood
2. Goud
3. Kwik
4. Hydragyrus

Goud =

1. Ag
2. Hg
3. Au
4. Cu

Koper =

1. Co
2. Ko
3. Ku
4. Cu

Broom =

1. B
2. Br
3. Bo
4. Bm

Tin =

1. T
2. Ti
3. Sn
4. S

Jood =

1. Een persoon wiens moeder Joods is/was of die middels bekering tot het Jodendom is overgegaan
2. I
3. Jo
4. Mn

Platina =

1. P
2. Pa
3. Pt
4. Pl

Mangaan =

1. Mg
2. M
3. Mn
4. Ma

Hoeveel bindingen kan een C-atoom maken?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bindingen kan een H-atoom maken?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bindingen kan een O-atoom maken?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bindingen kan een N-atoom maken?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Kan dit molecuul bestaan?

CH6

1. Ja
2. Nee

Waterstof en zuurstof reageren samen tot water.

Wat is de juiste reactievergelijking?

1. H2O -> H2 + O2
2. H + O -> H2O
3. H2 + O -> H2O
4. 2 H2 + O2 -> 2 H2O

Waterstof en zuurstof reageren in massaverhouding 1 : 16.

Hoeveel g zuurstof reageert met 3 g waterstof?

1. 16
2. 32
3. 48
4. 62

Waterstof en zuurstof reageren in massaverhouding 1 : 16.

Hoeveel g waterstof reageert met 30 g zuurstof? (afgerond op 1 decimaal

1. 2
2. 1,9
3. 2,2
4. 1,8

Het BrINClHOF

Wanneer elementen op het Brinclhof wonen zijn ze altijd samen!

In verbindingen hoeft dit niet zo te zijn!

Wat is verbranden?

Verbranding = reactie met zuurstof!

Wat is ontleden?

Keuze 1

Zelfstandig aan de slag met oefenopgaven ter voorbereiding van de toets/opdracht.

In tweetallen

Keuze 2

Samen met mij oefenen met het kloppend maken van reactievergelijkingen.

Zelfstandig werken

Je krijgt een kopietje met oefenopgaves.

Maak deze opgaven alleen of samen met degene naast je

Morgen gaan we deze opdrachten bespreken! Dus niet af = afmaken in daltonuur.

Tijd: tot het eind van de les

Klaar? Laat je werk aan mij zien.