Herhaling 2HV

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

doel van de les

Herhaling toepasssen:

 er- werkwoorden

 het bijvoeglijk naamwoord

 een vraag stellen in het Frans

 de Franse ontkenning 

Noem één Franse er-werkwoord

de uitgangen van de er-ww
kies de juiste uitgang

1. je rencontres
2. je rencontre

Kies de juiste uitgang

1. ils parle
2. ils parlent

vul de juiste uitgang

1. nous habitons
2. nous habitez

Regelmatige werkwoorden op ER. 

Sleep de juiste uitgang naar het persoonlijk voornaamwoord waar het bij hoort.

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

E

ES

E

ONS

EZ

ENT

Noem één bijvoeglijk naamwoord

de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?

1. la petite soeur
2. le petit frère
3. le grande frère
4. la grande soeur

de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?

1. la nouvelle auto
2. le nouveau tracteur
3. la fille amoureux
4. le vieux sac à dos

de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?

1. la fille est blond
2. mon frère est gentil
3. les élèves sont drôles
4. la prof est sympa

schrijf een bijv. naamwoord om iemand te beschrijven
[mannelijke vorm]

schrijf een bijv. naamwoord om iemand te beschrijven
[vrouwelijke vorm]

Hoe beschrijf jij deze leraren ? Combine  les adjectifs et les photos. 

gentil/le

sympa

sévère

nerveux

drôle

vieux

beau/belle

mignon/ne

sportif/ve

jeune

stel een korte vraag in het Frans

de Franse vraag zonder vraagwoord
wat is NIET correct ?

1. Tu fais du sport ?
2. Du sport tu fais ?
3. Fais-tu du sport ?
4. Est-ce que tu fais du sport ?

de Franse vraag MET vraagwoord
wat is NIET correct ?

1. Tu habites où ?
2. Où tu habites ?
3. Est-ce que où tu habites ?
4. Où est-ce que tu habites ?

Combineer

waarom

wanneer

waar

hoe

wie

hoeveel

qu'est-ce que

qui

combien

quand

où

wat

pourquoi

comment

de ontkenning
Welke Franse ontkenningen ken jij ?
schrijf er twee ervan

Schrijf een zin met een ontkenning
denk aan de plaats van de ontkenning

Hoe ontken jij ?

Schrijf in je schrift !

Je suis malade ! [ nooit]

Je vais au collège [ nog niet]

Je mange [ niets]

J'ai de la fièvre [ niet meer] 

FIN

Jullie gaan nu starten met het huiswerk voor de volgende les:

- Leren H5 

- Proeftoets H5