Goed gebekt deel 1 taak 1

Wat betekent:
Dat is een teer punt.
A
een smerige zaak
B
een duistere/sombere zaak
C
een gevoelige zaak
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat betekent:
Dat is een teer punt.
A
een smerige zaak
B
een duistere/sombere zaak
C
een gevoelige zaak

Slide 1 - Quiz

Wat betekent:
Dat is een wassen neus.

A
dat is heel kwetsbaar
B
dat is gelogen
C
dat stelt niets voor

Slide 2 - Quiz

Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen.
A
wat het belangrijkste is, moet voorrang hebben
B
voor iets wat moeilijk is, moet je hard werken
C
als je iets graag wilt hebben, moet je er veel voor over hebben

Slide 3 - Quiz

Een ongeluk komt zelden alleen.
A
een ongeluk maak je zelden in je eentje mee
B
als er iets tegenzit, volgen er vaak meer tegenslagen
C
als je een ongeluk veroorzaakt, krijg je meestal veel steun

Slide 4 - Quiz

Je moet geen appels met peren vergelijken.
A
problemen opzoeken
B
verschillen tussen mensen benadrukken
C
onvergelijkbare dingen met elkaar vergelijken

Slide 5 - Quiz

Mijn opa zei altijd: 'Arbeid adelt'.
A
met hard werken kun je bereiken wat je wilt
B
van hard werken word je rijk
C
hard werken is goed voor je

Slide 6 - Quiz

Goed gebekt zijn.
A
goed kunnen spreken
B
een knap gezicht hebben
C
een rimpelloos gezicht hebben

Slide 7 - Quiz

Lief en leed

Slide 8 - Question ouverte

Het naadje van de kous willen

Slide 9 - Question ouverte

Over koetjes en kalfjes

Slide 10 - Question ouverte

Achter het net

Slide 11 - Question ouverte

Iemand met een bezoek

Slide 12 - Question ouverte

Genoegen met iets

Slide 13 - Question ouverte

Welk woord hoort bij de omschrijving?
Een strafbaar feit:
A
bulletin
B
delict
C
dilemma
D
pact

Slide 14 - Quiz

Prijsopgave
A
mascotte
B
animo
C
boycot
D
offerte

Slide 15 - Quiz

Uitsluiting van handel
A
incident
B
parodie
C
dilemma
D
boycot

Slide 16 - Quiz

Een korte bekendmaking van iets
A
animo
B
incident
C
bulletin
D
pact

Slide 17 - Quiz