2 vwo - week 12 [herhalingsweek]

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre B
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans
Connectez-vous sur LessonUp!
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre B
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans
Connectez-vous sur LessonUp!

Slide 1 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

      Leerdoelen
  1. Ik kan vertellen waar het verhaal « Au Secours ! » over gaat en welke personnages er voorkomen in het boek.
  2. Ik kan vertellen over mijn familie.
  3. Ik kan de geleerde woordenschat en grammatica toepassen tijdens het spreken en schrijven.

Slide 4 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Terugblik
Je hebt geleerd voor het proefwerk Frans. Jullie wilden nog extra oefenen met de volgende onderwerpen:

Ontkenningen [chapitre 5 bron D]
Vragen stellen [chapitre 5 bron H]

Slide 5 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Nommez deux mots qui ont un lien avec:

l'hôpital

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nommez deux mots qui ont un lien avec:

le sport

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Écris le mot indiqué à l'image:

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Écris le mot indiqué à l'image:

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Écris le mot indiqué à l'image:

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Écris le mot indiqué à l'image:

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Écris le mot indiqué à l'image:

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste vertalingen van de ontkenningen naar elkaar toe. Sleep blauw naar rood!
niet/geen
nooit
niet meer
nog niet
niets
ne ... rien
ne ... pas encore
ne ... pas
ne ... jamais
ne ... plus

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bron I - la négation - de ontkenning 
De ontkenningen:
niet, geen       = ne ...... pas
niet meer       = ne ...... plus
nooit                = ne ...... jamais
niets                 = ne .... rien
nog niet          = ne ...... pas encore



  • Op de puntjes komt het eerste werkwoord van de zin.
  • Begint het werkwoord met een klinker of h? Dan schrijf je n' in plaats van ne!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bron I - la négation - de ontkenning 
Je vais manger des frites ce soir.

(geen) = ne .. pas

werkwoord = vais manger
Neem het eerste werkwoord!

Je ne vais pas manger de frites ce soir.


  • Als er twee werkwoorden in de zin staan, neem je het eerste werkwoord.
  • Na een ontkenning vervalt het lidwoord en vervang je deze door 'de'. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Transforme la phrase à la forme négative.

Je vais au médécin. (nooit)

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Transforme la phrase à la forme négative.

Je suis tombé pendant le cours d'EPS. (nooit)

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Transforme la phrase à la forme négative.

J'aime boire du coca pendant le dîner. (niet)

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Réponds négativement aux questions.

Tu manges de la viande?
Non, .. (niet)

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Réponds négativement aux questions.

Tu as fini les exercices de maths?
Non, ... (nog niet)

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Réponds négativement aux questions.

Tu es encore à l'école?
Non, .. (niet meer)

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste vraagwoorden naar de juiste gegevens. Sleep blauw naar rood!
C'est mon ami, Max.
J'ai mal à la gorge.
Parce que j'aime les animaux.
Je viens à l'école en bus.
J'ai quatre soeurs.
C'est le jeudi.
J'habite à Lille.
combien
comment
qui
qu'est-ce que
pourquoi
quand

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Tu parles français.
Il y a trois manières pour en faire une phrase interrogative:

  1. De zin blijft hetzelfde, je zet er alleen een vraagteken achter en je verandert je toon: tu parles français?
  2. Inversie: je draait de persoonsvorm en het onderwerp om en je zet er een streepje tussen: parles-tu français?
  3. Je zet 'est-ce que' voor de zin: est-ce que tu parles français?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vraagwoord ontbreekt in de zin:

...... tu fais ce week-end?
- Je vais faire du shopping avec mes amies.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vraagwoord ontbreekt in de zin:

..... tu es végétarien?
- Parce que j'aime les animaux!

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vraagwoord ontbreekt in de zin:

..... est-ce que tu vas au médécin?
- Demain à 2 heures.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vraagwoord ontbreekt in de zin:

.... de fois est-ce que tu fais le sport?
- Ça dépend, environ 3 à 4 fois par semaine.

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pose 3 questions sur la santé!

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Faites ensemble un résumé de vos réponses
Écris sur ta famille:
- combien de frères/soeurs;
- leurs âges;
- le caractère d'un frère/soeur;
- votre activité préférée à faire ensemble;
- animal domestique;
Exemple:
Dans ma famille, nous sommes cinq : mes parents, mon frère, ma sœur et moi. Mon frère a 18 ans et ma soeur a 10 ans. Mon frère est très drôle, mais parfois aussi pénible. Nous avons aussi un chien qui s’appelle Max. Il est très mignon! Il aime jouer dans le jardin.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Au travail
Grandes Lignes: 
  • Slim stampen
  • Oefentoets H5 (luisteropdracht overslaan als je geen oortjes hebt)
Aide: livre A et B
Fini? Pratique sur Quizlet
Jusqu'au fin de cours
Quizlet: cliquez ici

Slide 30 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Phrases-clés C

Slide 31 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Chapitre 3
Les réponses

Slide 32 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Chapitre 3

Slide 33 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Écouter
Exercice 27b page 34

Slide 35 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Phrases-clés G
page 34-35

Damian
Nicolas

Slide 36 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Phrases-clés G
page 34-35

Damian
Nicolas
  • Werk in tweetallen. Kies een rol (Damian of Nicolas).
  • Geef antwoord op de vier vragen uit de phrases-clés G namens Damian of Nicolas. Gebruik de informatie uit het plaatje. 
  • Schrijf het gesprekje uit: vraag en antwoord.
  • Oefen de gesprekken in tweetallen.

Slide 37 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Exemple
Tu es en bonne santé?
Non, je ne suis pas en forme.
Tu fais du sport? 
Non, je ne fais pas de sport. 

Qu'est-ce que tu aimes faire?
Au lieu de sport, je préfère jouer à la console jusqu’à deux heures du matin.
Est-ce que tu manges bien? 
Non, je mange beaucoup de pizzas.
Et j’aime le coca.
Damian

Slide 38 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Au travail
Lire F: ex. 23, 24, 25, 26 page 30-33
Individuellement
Aide: vocabulaire F page 41
Fini? Apprends vocabulaire F page 41
20 minutes
Quizlet: cliquez ici

Slide 39 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Chapitre 4
Lees hoofdstuk 4 en beantwoord de vragen van hoofdstuk 4 op blz. 25 in je schrift in twee- of drietallen.
20 minutes
Klaar? Oefen vocabulaire A-B-E-F op quizlet.

Slide 40 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.



A

Slide 41 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Slim Stampen
  1. Ga naar SomToday -> Leermiddelen -> Grandes Lignes.
  2. Selecteer het boek.
  3.  Klik rechts op ''Geplande Taken''
  4. Klik op ''Toetsweek 1''
  5. Oefen grammaire D en H (chapitre 6)
    Klik op D: overhoren (helemaal onderaan - let op: chapitre 6!);
  6. Klaar?
    Klik op H: overhoren

Slide 42 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Aperçu
1. Être en forme
2. Malade
3. Repose-toi bien
4. Rater
5. Avoir peur
6. Facile
7. Sûr(e)
8. Fais attention
9. C’est mieux
10. Bouger 
  1. le corps 
  2. la gorge 
  3. le ventre 
  4. le dos 
  5. la main 
  6. la jambe 
  7. le pied 
  8. le doigt 
  9. l’oreille v 
  10. les yeux m mv 
  11. partout 
  12. guérir
A
B
  1. Les potes
  2. Le/la meilleur(e)
  3. Rentrer
  4. Se relaxer
  5. J’ai froid
  6. La grippe
  7. J’espère
  8. L’endroit
  9. Faire du patinage
  10. Faire de la natation
  11. Faire du cheval
  12. Faire du foot 
E

Slide 43 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Vocabulaire A
Apprenez les mots du vocabulaire A, écris ces mots dans ton cahier!
1. Être en forme
2. Malade
3. Repose-toi bien
4. Rater
5. Avoir peur
6. Facile
7. Sûr(e)
8. Fais attention
9. C’est mieux
10. Bouger 

Slide 44 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Vocabulaire B
Apprenez les mots du vocabulaire B, écris ces mots dans ton cahier!

  1. le corps
  2. la gorge
  3. le ventre
  4. le dos
  5. la main
  6. la jambe
  7. le pied
  8. le doigt
  9. l’oreille v
  10. les yeux m mv
  11. partout
  12. guérir

Slide 45 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Exit ticket

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

    Begrippen uit deze les

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions